Hoe een gestolen schilderij het zelfs tot in de allereerste Bondfilm schopte: het verhaal achter de film “The duke”
Vanaf deze week speelt "The duke" in de cinemazalen, een film over de diefstal van een kostbaar portret uit de National Gallery in Londen, maar de waargebeurde "kidnapping" van het schilderij is zo mogelijk nog straffer dan de film. Steracteurs Helen Mirren en Jim Broadbent vertellen het verhaal aan VRT NWS.
Helen Mirren is 16 en Jim Broadbent amper 12, wanneer op 21 augustus 1961 een kostbaar portret wordt gestolen uit de National Gallery in Londen. Het schilderij in kwestie - een portret van de hertog van Wellington, geschilderd door de befaamde Spaanse kunstenaar Francisco de Goya - was bijna verkocht aan een rijke Amerikaanse verzamelaar, die er 140.000 pond voor wilde betalen op een veiling bij Sotheby's (vandaag zou dat meer dan 3 miljoen euro zijn). Door een milde gift van de staat kon het definitief in het Verenigd Koninkrijk blijven en kreeg het begin augustus 1961 een plek in de National Gallery.
Al blijkt definitief heel relatief, want na 19 dagen tentoonstellen is het schilderij 's ochtends verdwenen uit het museum. Politie en parket tasten in het duister en vermoeden het werk van professionele kunstdieven. De diefstal is zo'n groot nieuws, dat de makers van de allereerste Bondfilm een kopie van het portret neerzetten in het hoofdkwartier van Dr. No. Sean Connery trekt een veelzeggende blik wanneer hij voorbijloopt, het publiek in 1962 weet meteen over welk schilderij het gaat.
Bekijk hier het bewuste fragment uit de Bondfilm "Dr. No", de kopie uit de film werd later ook gestolen:

De dief? Een gepensioneerde buschauffeur
Kempton Bunton uit Newcastle is helemaal geen professionele dief, maar vindt wel dat het geld van de belastingbetaler beter besteed kan worden. De gepensioneerde chauffeur was eerder al een paar keer opgepakt, omdat hij weigerde kijk- en luistergeld te betalen (een soort licentie voor de BBC). Na de relatief gemakkelijke diefstal, via het raam van een van de museumtoiletten, verstopt hij het schilderij in een kast bij hem thuis, zonder dat zijn vrouw op de hoogte is. Zijn zoon, John Bunton, zit wel mee in het complot.
Bunton schrijft een ietwat verwarde brief om losgeld. Hij eist dat de 140.000 pond van het schilderij wordt geïnvesteerd in tv-licenties voor hulpbehoevende weduwen en gepensioneerden. Hijzelf wil geen geld opstrijken en hij heeft ook geen intentie om het schilderij te verkopen: Robin Hood, maar dan in 1961.
Ik denk niet dat je kan zeggen dat het werd gestolen, het werd even gekidnapt
De film "The duke" goochelt wat met de data om het verhaal snediger te maken, daar wordt alles afgerond in 1961. In werkelijkheid houdt Kempton Bunton het schilderij vier jaar lang in zijn bezit, tot hij het als verloren voorwerp binnenbrengt in het treinstation van Birmingham, in 1965. Hij wordt enkele weken later opgepakt en er volgt een sterk gemediatiseerd proces. Een jury moet uiteindelijk beslissen over zijn schuld.
Het schilderij wordt opgevorderd als bewijsmateriaal en verhuist tijdelijk naar de rechtbank. De diefstal zorgde weliswaar voor enkele krassen, maar verder vertoont het portret geen grote schade. De lijst rond het werk is wel verdwenen, die heeft Bunton tijdens de diefstal onderweg ergens gedumpt.
Ik zou het zelf niet durven, Bunton was echt bereid om die "extra mile" te gaan
De jury acht Kempton Bunton daarom schuldig aan het stelen van de verdwenen lijst, maar volgt de redenering dat hij het schilderij zelf enkel heeft "geleend". Opvallend genoeg spreekt de jury hem dus vrij voor de eigenlijke diefstal en moet hij maar drie maanden naar de gevangenis. In "The duke" barst een filmisch gejuich los na de uitspraak, ook in het echte leven was er behoorlijk wat sympathie voor de actie van Bunton.
De wet in het Verenigd Koninkrijk wordt daarop aangepast. Het is nu verboden om iets uit de publieke ruimte te ontvreemden, ook al is het maar voor even, zoals Kempton Bunton deed. Jaren later blijkt het verhaal nóg een beetje complexer, maar die ontknoping ziet u in de film "The duke". Kempton Bunton zelf stierf in 1976.
Bekijk hier het verslag uit het "Het Journaal", met daarin ook de interviews met Helen Mirren en Jim Broadbent:

De film "The duke" is vanaf woensdag 20 april te zien in de cinema. Het is meteen ook de laatste film van regisseur Roger Michell, bekend van de romantische komedie "Notting Hill". Michell stierf vorig jaar onverwacht, hij werd 65.
Het schilderij zelf hangt opnieuw in de National Gallery in Londen, je vindt het in zaal 45 op de tweede verdieping. Het blijft tot nu toe het enige gekende kunstwerk dat ooit werd gestolen uit het museum.