Honderden Afghaanse asielzoekers krijgen geen bescherming en moeten ons land verlaten
Bijna 700 Afghaanse asielzoekers krijgen geen bescherming meer in ons land en moeten het grondgebied verlaten. Dat heeft het Commissariaat-Generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen beslist. "Er is nog geweld in Afghanistan, maar het gaat niet meer om willekeurig geweld."
In augustus van vorig jaar veroverden de Taliban in snel tempo heel Afghanistan. Jarenlang hadden ze delen van het land in handen en werd er strijd geleverd om de andere regio's. Asielzoekers die uit die regio's kwamen, kregen in ons land bescherming.
Maar in augustus veranderde de situatie, legt de commissaris-generaal van de vluchtelingen en staatlozen Dirk Van Den Bulck uit: "De voorbije maanden hebben we de veiligheidssituatie in Afghanistan geanalyseerd. Er is nog geweld in het land, maar het gaat niet meer om willekeurig geweld. Niet alle mensen worden geviseerd door de taliban, het gaat om welbepaalde profielen."
In "Laat" heeft onze migratiespecialist Marjan Temmerman meer uitleg gegeven over de beslissing:
Van augustus tot maart hebben alleen de asieldossiers van wie persoonlijk gevaar liep op foltering of vervolging een definitieve beslissing gekregen. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensenrechtenactivisten, journalisten, mensen die werkten voor het vorige regime of wie een geaardheid heeft die niet getolereerd wordt. De beslissing over wie niet zo'n specifiek profiel heeft, werd uitgesteld.
Nieuwe veiligheidsanalyse
De veiligheidsanalyse van de experten van het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen werd begin dit jaar opnieuw vastgelegd. "In februari zijn de asielzoekers opgeroepen van de honderden dossiers die intussen waren blijven liggen. Zij zijn gehoord en in maart hebben velen van hen dan een weigeringsbeslissing gekregen."
Niet minder dan 680 Afghaanse asielzoekers kregen zo in één maand tijd te horen dat ze geen recht hebben op bescherming. Dat is één derde van het totale aantal beslissingen in die maand. En dat grote aantal trekt het erkenningspercentage voor die maand fel naar beneden. Een knik in de statistieken met andere woorden.
Een vertekend beeld, bevestigt Van Den Bulck: "Het is zeer uitzonderlijk dat er zo veel weigeringsbeslissingen in één keer genomen worden." In maart is het erkenningspercentage dus eenmalig 28,5 procent, in februari was dat nog 44,7 procent. De verwachting is dat het cijfer de komende maanden weer hoger zal liggen.