Rechts-populistische premier Jansa verliest verkiezingen in Slovenië, nieuwe ecologische oppositiepartij aan zet
In Slovenië heeft de ecologische Vrijheidsbeweging, een nieuwe oppositiepartij tegen de rechts-populistische premier Janez Jansa, overtuigend de parlementsverkiezingen gewonnen. Jansa, ook wel "mini-Orbán" genoemd, ambieerde een vierde ambtstermijn, maar lijkt geen nieuwe coalitie te kunnen vormen.
Niet alleen de Fransen, ook de Slovenen zijn zondag naar de stembus getrokken. En die zullen nog wel even blijven nazinderen in het Balkanland, want de conservatieve Sloveense Democratische Partij van de populistische premier Janez Jansa heeft een stevige nederlaag geleden. De ecologische Vrijheidspartij, een nieuwe oppositiepartij, wordt meteen de grootste partij van het land.
Met 99 procent van de stemmen geteld, haalt de Vrijheidspartij 34,5 procent van de stemmen. De SDP van Jansa strandt op 23,6 procent.
Janez Jansa, een geestesgenoot van de Hongaarse premier Viktor Orbán, is de voorbije drie regeerperiodes aan de macht geweest. De laatste jaren kreeg hij veel kritiek omdat hij de vrijheid van de media en justitie probeerde in te perken.
De Vrijheidsbeweging, geleid door de pro-Europese Robert Golob, verweet Jansa dat hij de democratie ondermijnde. Ze maakte van de democratische waarden, maar ook van ecologische transitie, de inzet van de verkiezingen.
De 55-jarige Golob lijkt dus op weg om de nieuwe premier van Slovenië te worden. Zijn partij zal mogelijk een coalitie vormen met de sociaal-democraten, een kleine partij van net geen 7 procent.
Jansa van zijn kant heeft geen meerderheid meer met Nieuw Slovenië, zijn traditionele coalitiepartner. De belangrijkste twee linkse partijen hebben eerder al uitgesloten dat ze een coalitie met de SDP zullen vormen.
Na een coronabesmetting zat Golob op verkiezingsdag in zelfisolatie in zijn thuisstad Nova Gorica. Hij hield zijn overwinningsspeech voor zijn supporters in Ljubljana daarom via videoverbinding. "De mensen vertrouwen er echt op dat wij de enigen zijn die de hoop op verandering kunnen vervullen", zei Golob.
