Over 5 jaar zijn er 40.000 plaatsen te veel in het basisonderwijs en 45.000 te weinig in het secundair
Over 5 jaar zullen er 40.000 leerlingen minder in het basisonderwijs zitten dan nu. Dat blijkt uit de capaciteitsmonitor die voorspelt hoeveel kinderen er naar school zullen gaan, zo schrijft Het Belang van Limburg. In het middelbaar is het net andersom, daar komen er tegen 2027 zelfs 45.000 leerlingen bij en dreigt er capaciteitstekort. Cijfers die ook invloed zullen hebben op het lerarenaantal.
Onderzoekers van de VUB en KU Leuven hebben op lange termijn de noden van het Vlaamse leerplichtonderwijs bestudeerd en dat gebundeld in een zogeheten "capaciteitsmonitor". Daarbij hielden ze onder meer rekening met de evolutie van de bevolking, maar bijvoorbeeld ook met de mobiliteit van leerlingen over gemeentegrenzen heen. Ook met de kans op zittenblijven en de kans op uitstroom uit onderwijs werd rekening gehouden.
Door alles op lange termijn in kaart te brengen, wordt duidelijk waar er wanneer overschotten of tekorten zijn. Zo wordt het mogelijk om daarop te anticiperen en bijvoorbeeld grote uitdagingen rond onder meer scholenbouw de volgende jaren doelgericht aan te pakken.
Basisonderwijs
Uit de capaciteitsmonitor blijkt dat er tegen het schooljaar 2027-2028 een daling van bijna 40.000 leerlingen in het gewoon basisonderwijs verwacht wordt. Er zal dus over vijf jaar een overschot aan plaatsen zijn in de klas. "Zo'n tien jaar geleden lag het geboortecijfer een pak hoger dan nu. Die grote generatie leerlingen stroomt stilaan door naar het secundair onderwijs", legt Surkyn uit.
De tendens geldt in alle Vlaamse provincies. In het overgrote deel van de Vlaamse steden en gemeenten moet dus rekening gehouden worden met capaciteitsoverschotten, met uitzondering van Vlaams-Brabant, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en onderwijszones die aan Brussel grenzen, zoals Vilvoorde, Dilbeek en Halle. Daar blijven de cijfers stabiel.
In absolute aantallen is het overschot het grootst in Antwerpen. Daar zullen zo'n 13.000 plaatsen te veel zijn in het basisonderwijs. In Oost-Vlaanderen gaat het om iets meer dan 9.400 plaatsen. In het Limburgse basisonderwijs dan zullen er over vijf jaar bijna 9.000 plaatsen te veel zijn. In West-Vlaanderen zijn er dat net iets minder, daar gaat het om zo'n 7.300 plaatsen.
Secundair onderwijs
In het secundair onderwijs is het net andersom, daar komen er de komende vijf jaar 45.000 leerlingen bij en dreigt er plaatstekort. Dat is logisch ook als je weet dat een grote generatie leerlingen uit het basisonderwijs richting het middelbaar trekt. "De verwachte tekorten in het gewoon voltijds secundair onderwijs doen zich Vlaanderenbreed voor, in steden en gemeenten in alle provincies", luidt het. Toch zijn er ook hier weer regionale verschillen.
In Antwerpen zullen de komende jaren de meeste plaatsen nodig zijn. "Omdat Antwerpen de grootste provincie is op vlak van bevolking, betekent dat, dat het aantal plaatsen dat nodig is nog groter zal zijn dan Vlaams-Brabant en Brussel", legt Surkyn uit. Het gaat hier om ongeveer 15.000 plaatsen. "Dat is één derde van het totale aantal plaatsen dat er in Vlaanderen nodig zal zijn tegen het schooljaar 2027-2028.
In het Brussels Nederlandstalige onderwijs en in Vlaams-Brabant samen zullen er over vijf jaar samen 10.000 plaatsen nodig zijn in het secundair onderwijs. In Oost-Vlaanderen komt het neer op 11.000 plaatsen die extra gecreëerd moeten worden. "Vooral Gent en de gemeenten die boven Gent liggen, vooral naar het Westen toe. Meer naar het zuiden van de provincie zijn de tekorten veel kleiner", aldus Surkyn.
In West-Vlaanderen gaat het gaat het over 4.500 plaatsen. "Dat is maar een tiende van het totale plaatsentekort", verduidelijkt Surkyn. Ook in Limburg zullen er zo'n 4.500 extra plaatsen nodig zijn in het secundair.
Vanaf het schooljaar 2028-2029 wordt er opnieuw een daling verwacht. Deze tendens speelt zich af in alle provincies behalve in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. "Daar wordt een continue stijging van de leerlingenaantallen verwacht tot en met schooljaar 2030-2031", aldus socioloog Surkyn.
Buitengewoon onderwijs
In het buitengewoon onderwijs is het volgens de onderzoekers moeilijker om voorspellingen te doen en conclusies te trekken. Toch zien onderzoekers in het buitengewoon secundair onderwijs een stijging van de leerlingenaantallen tijdens het komende decennium. Daardoor worden er verspreid over heel Vlaanderen capaciteitstekorten verwacht. Het tekort in het buitengewoon secundair onderwijs ligt hoger dan in het buitengewoon basisonderwijs.
Wat dan met de leerkrachten?
Als er zoals in de voorspellingen over vijf jaar zo'n 40.000 leerlingen minder in het basisonderwijs zitten, zullen er daar ook minder leraren nodig zijn. Uit onderzoek blijkt dat de wervingsbehoefte in het kleuteronderwijs op korte termijn relatief stabiel blijft door de leerlingendaling en de hervorming van de eindeloopbaan. Voorspellingen op langere termijn zeggen dan weer dat er over enkele jaren in het kleuteronderwijs opnieuw een belangrijke groei in aanwervingsbehoefte aankomt.
In het lager onderwijs zullen er de komende jaren minder leraren nodig zijn in vergelijking met de afgelopen jaren. Maar door de dalende instroom in de lerarenopleiding blijft het dus zelfs bij een licht dalende aanwervingsbehoefte een uitdaging om voldoende leraren voor de klas te krijgen. Dat staat zo in het "onderzoek voor onderwijspersoneel in Vlaanderen 2018-2028".
In het secundair onderwijs daarentegen, zullen er door de leerlingenstijging een heel pak leerkrachten extra gezocht moeten worden. Volgend schooljaar is er zo al een aanwervingsbehoefte van 4.736 voltijdse leerkrachten voorspeld. Dat is maar liefst 49 procent meer in vergelijking met vijf jaar geleden. "Gekoppeld aan een dalend aanbod vanuit de lerarenopleiding betekent dit een grote uitdaging voor het beleid", klinkt het. Recent zijn er wel al een aantal maatregelen genomen om daarop te anticiperen zoals bijvoorbeeld de hervorming van de lerarenopleiding en een campagne om het lerarenberoep te promoten.