Child Focus zet meer analisten in voor opsporen misbruikbeelden: "Na shift van twee uur spelen ze tetris, als afleiding"

Child Focus gaat meer inzetten op het opsporen van beelden van kindermisbruik op het internet. Dat opsporen gebeurt aan de hand van een computerprogramma, dat tot voor kort maar enkele uren per week gebruikt werd omdat er te weinig medewerkers de juiste opleiding hadden. Justitieminister Van Quickenborne (Open VLD) maakt nu 186.000 euro vrij voor extra opleidingen, zodat er meer analisten aan de slag kunnen. 

Tijdens de coronacrisis steeg het aantal meldingen van online misbruikbeelden van minderjarigen enorm. Vorig jaar ontving Child Focus een recordaantal van 2.147 meldingen via haar meldpuntstopchildporno.be. Een stijging van meer dan 50 procent tegenover 2019. Tijdens de lockdownperiode in 2020 was er zelf een verdriedubbeling van de meldingen.

Child Focus wil daarom meer inzetten op het opsporen van die beelden op het internet. Ze gebruiken daar nu al een gespecialiseerde software voor, Arachnid, maar door de beperkte capaciteit bij Child Focus kan het programma maar enkele uren per week gebruikt worden. 

Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) maakt nu 186.000 euro vrij zodat Child Focus meer analisten kan inzetten om het programma voltijds te gaan gebruiken.

Belastend werk

Er zijn nu al enkele analisten bij Child Focus, maar de medewerkers mogen het nooit alleen doen, mogen maximaal 2 uur analyseren aan 1 stuk, en maximaal 4 uur per week. "Anders is het te belastend", zegt Bert, die al 4 jaar analyses doet. "Na een shift van twee uur gaan we naar een afkoelingsruimte waar we tetris spelen. Je moet je zo hard focussen op het spel dat mogelijke beelden die achterblijven in je hersenen verdwijnen. We krijgen ook psychologische ondersteuning."

Het programma Arachnid schuimt proactief het darkweb, fora en besloten chatgroepen af op zoek naar seksuele misbruikbeelden. Het scant tienduizenden potentieel problematische beelden per seconde. De beelden komen terecht in de zogenaamde “Arachnid Orb”, waarin organisaties wereldwijd, zoals Child Focus, deze analyseren. Child Focus wil tot 430.000 beelden per jaar gaan analyseren, 7 keer meer dan nu. Ook beelden die mensen via het meldpunt doorsturen, worden bekeken.

Indien uit de analyse blijkt dat het effectief om seksuele misbruikbeelden gaat, stuurt Arachnid een verzoek naar de bevoegde instanties van het betrokken land om de beelden onmiddellijk offline te halen. In ons land is dat de Federale Politie, die de beelden in samenwerking met de providers onmiddellijk van het internet haalt.

Dweilen met kraan open?

 De beelden van het internet halen is een zaak, maar ook slachtoffers en daders identificeren is niet altijd even gemakkelijk. "Het kan lijken als een druppel op een hete plaat, maar toch geloven wij er in. De software wordt ook altijd slimmer", zegt Heidi De Pauw, CEO van Child Focus. "Als het gaat over nieuwe beelden dan lichten wij ook altijd politie en justitie in, die dan hun werk moeten doen."

Arachnid kan ook gekende beelden gaan opsporen, en bekijken op welke sites en groepen ze nog circuleren. "Sommige beelden blijven ook terugkomen, nog jaren nadien, en dat is altijd opnieuw een confrontatie voor het slachtoffer", zegt Yves Goethals, hoofd van de sectie kindermisbruik bij de federale politie. "De identificatie is niet makkelijk, maar alle beetjes helpen (...) Het hangt af van de kwaliteit van de beelden, van waar ze komen, of er iets gezegd wordt of niet ... (...) Maar vaak als we het slachtoffer kunnen identificeren, hebben we de dader ook snel, omdat het meeste kindermisbruik zich afspeelt in de dichte sociale kring", aldus Goethals.

Dat kinderen sneller en vaker zelf een smartphone in de hand hebben, merken ze bij de politie ook. "Vaker zien we beelden die door kinderen zelf gemaakt zijn, als het ene kind het andere filmt. Ze zijn zich van geen kwaad bewust dat die beelden soms via sociale media snel in verkeerde handen terechtkomen", aldus Goethals. 

Meest gelezen