Nieuwe langeafstandswandeling in Nationaal Park Hoge Kempen: 110 kilometer wandelen door bos en heide en over terrils
Tijdens het Pinksterweekend wordt in het Nationaal Park Hoge Kempen de nieuwe langeafstandswandeling ingewandeld. Die wordt met 110 kilometer ruim 30 kilometer langer dan de huidige. Dat heeft alles te maken met de uitbreiding van het nationaal park, twee jaar geleden. Dat is toen twee keer zo groot geworden.
In 2020 is het Nationaal Park Hoge Kempen dubbel zo groot geworden: van 5.700 hectare naar 12.000 hectare. Er zijn toen nieuwe gebieden bij gekomen zoals het Thorpark in Genk, de Duinengordel in Oudsbergen, Bergerven in Maaseik en het Munsterbos in Bilzen. En daarom wordt nu ook de langeafstandswandeling door dat nationaal park ruim 30 kilometer langer.
De nieuwe langeafstandswandeling wordt tijdens het Pinksterweekend officieel ingewandeld. Dan loopt ze over vier etappes, van Kattevennen in Genk naar Pietersheim in Lanaken, dan richting Terhills in Eisden-Lanklaar, de volgende gaat naar de Duinengordel in Oudsbergen en de slotetappe gaat naar het Thorpark in Waterschei.
Er zijn een aantal hoogtepunten, en die mag je letterlijk nemen, je wandelt naar de top van de terrils van Eisden en van Waterschei en je komt ook op de Oudsberg, de hoogste landduin in Vlaanderen.
Er is gezocht naar de mooiste paden, zegt de coördinator van het Nationaal Park Hoge Kempen Johan Van den Bosch. "Wat de wandeling zeker uniek maakt, is dat je voor 90 procent over onverharde paden wandelt door bos en heide, buiten dorpscentra, dat is op zich al een unicum in Vlaanderen. En daarnaast zijn er een aantal hoogtepunten, en die mag je letterlijk nemen, je wandelt naar de top van de terrils van Eisden en van het Thor Park in Waterschei en je komt ook op de Oudsberg, de hoogste landduin in Vlaanderen."
De nieuwe langeafstandswandeling wordt deze maand bewegwijzerd. Dat betekent ook dat de oude van 75 kilometer vanaf nu niet meer bewegwijzerd is.
