CD&V verliest bijna helft van kiezers en wordt de kleinste partij van Vlaanderen
Met 8,7 procent wordt CD&V de kleinste partij van Vlaanderen, zelfs iets kleiner dan de PVDA. Dat blijkt uit "De Stemming", een onderzoek van de VUB en de Universiteit Antwerpen in opdracht van VRT NWS en De Standaard. Bij Vooruit lijkt de koers van Conner Rouseau de partij vooruit te stuwen, maar Vlaams Belang blijft nipt de grootste. Bart De Wever (N-VA) is de populairste politicus en steekt premier Alexander De Croo (Open VLD) weer voorbij.
Wat is "De Stemming?" "De Stemming" is een onderzoek in opdracht van VRT NWS en De Standaard, online uitgevoerd bij 2.064 Vlamingen door de universiteiten van Brussel en Antwerpen, onder leiding van Stefaan Walgrave (UA) en Jonas Lefevere (VUB). De steekproef vond plaats tussen 14 en 31 maart, toen de Russische invasie in Oekraïne nog volop in een eerste fase zat. VRT NWS presenteert de resultaten in vier delen: de oorlog (5/5), de kiesintenties van de Vlaming (vandaag), klimaat (9/5) en migratie (10/5). Bekijk de volledige onderzoeksresultaten over de kiesintenties hier.
1. CD&V wordt de kleinste
Volgens "De Stemming" zou slechts 8,7 procent van de bevraagden nog voor CD&V stemmen. Dat is 6,7 procentpunt minder dan het resultaat dat CD&V haalde bij de Vlaamse verkiezingen van 2019. De christendemocraten worden zo de kleinste Vlaamse partij en zakken onder PVDA. Rekening houdend met de foutenmarge kan CD&V nog van plaats wisselen met PVDA en Groen.
Vlaams Belang blijft, net zoals bij de vorige edities van "De Stemming", de grootste formatie in Vlaanderen en scoort 22,9 procent. Dat is 4,5 procentpunt hoger dan bij de verkiezingen van 2019. N-VA belandt op de tweede plaats, maar scoort nog altijd lager dan bij de verkiezingen van 2019. De partij zou nu 22,4 procent halen, iets minder dan Vlaams Belang. Door de foutenmarge moeten we eigenlijk zeggen dat beide partijen even groot zijn.
Samen halen N-VA en Vlaams Belang op dit moment dus geen meerderheid van de stemmen (opgeteld 45,3 procent), maar in aantal zetels zouden ze wel een meerderheid kunnen halen.
Vooruit is de "grootste stijger" en haalt 15,5 procent van de stemmen. Daarmee gaat de partij er 5,4 procentpunt op vooruit in vergelijking met de verkiezingen. Vooruit rijdt de andere Vivaldi-partners los en is nu met voorsprong de derde partij. De 'flinkse' koers van voorzitter Conner Rousseau lijkt te lonen.
Daarna volgen Open VLD, net boven de symbolische drempel van 10 procent (10,2 procent) en Groen, net onder die drempel (9,4 procent). Ook de radicaal-linkse PVDA met Raoul Hedebouw als nieuwe voorzitter, blijft vooruitgaan en haalt 9,1 procent.
Vlaams Belang heeft het trouwste kiespubliek: 92 procent van zij die in 2019 op de partij stemden, zouden dat ook nog in 2022 doen. CD&V blijkt maar 63 procent van zijn kiezers aan zich te kunnen binden, en de partij steunt het meest van alle partijen op een "gewoontestem", bijvoorbeeld omdat er in de familie altijd voor CD&V werd gestemd.
2. Centrum wordt uitgehold
Daarmee is er een grote politieke "herverkaveling" aan de gang in Vlaanderen. We zijn van een coronacrisis in een koopkrachtcrisis beland, onder meer door de oorlog in Oekraïne. De energieprijzen pieken, een gevulde winkelkar weegt zwaarder op het gezinsbudget en het ongenoegen bij grote delen van de bevolking groeit. Het wantrouwen tegenover de gevestigde autoriteiten was al vrij groot door de ingrijpende maatregelen om de coronacrisis beheersbaar te krijgen.
Dat laat duidelijke sporen na in de Wetstraat, waar het politieke centrum alsmaar meer wordt uitgehold en de kiezer steeds vaker zijn heil zoekt bij anti-systeempartijen ter rechter- en ter linkerzijde. De kiezer lijkt het de partijen in het centrum niet te vergeven dat ze er niet in slagen antwoorden te vinden op zijn bezorgdheden.
Dat komt merkwaardig genoeg niet overeen met de manier waarop kiezers zichzelf plaatsen op een schaal van links naar rechts. 33 procent van de Vlamingen plaatst zichzelf dan in het centrum. Dat staat dus haaks op hun kiesintenties, waaruit net een verdere politieke polarisering blijkt.
CD&V zit daarmee in de hoek waar de klappen vallen. Scores zoals in de periode van de CVP-staat van enkele decennia geleden zijn abstracte dromen geworden. Maar ook Open VLD krijgt het zwaar te verduren. Waar CD&V zowel aan de rechter- als aan de linkerflank kiezers verlies, is dat bij Open VLD sterker aan de rechterkant. Dat betekent dus dat de gemiddelde kiezer van Open VLD vandaag vooral een links-liberaal profiel heeft.
Hoe dan ook lijken we in Vlaanderen stilaan een ander politiek landschap te krijgen met een rechts blok van Vlaams Belang en N-VA en een links blok met PVDA, Vooruit, Groen en een links-liberale Open VLD. In het midden van het bed dreigt CD&V helemaal verstikt te worden.
3. Eén derde voelt zich door niemand vertegenwoordigd
Maar liefst een derde van de bevraagden (32 procent) voelt zich door geen enkele politicus vertegenwoordigd. Dat is evenveel als tijdens de bevraging van vorig jaar.
Wie niet tot die groep behoort, plaatst Bart De Wever (N-VA) op de eerste plaats. Premier Alexander De Croo (Open VLD), wiens no-nonsenseaanpak van de coronacrisis vorig jaar nog goed aansloeg, verliest van zijn pluimen en staat op de tweede plaats. Vooruit-voorzitter Conner Rousseau is zijn VB-collega Tom Van Grieken voorbijgesprongen en staat op 3. PVDA-voorzitter Raoul Hedebouw klimt naar de vijfde plaats.
Andere sterke stijgers zijn Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA) en vicepremier Petra De Sutter (Groen). Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden is de eerste CD&V'er op de lijst. Daarna komt Jan Jambon (N-VA). Staatssecretaris Sammy Mahdi, die door velen wordt beschouwd als de toekomst voor CD&V, staat op plaats 19.
4. Eén op drie is bezorgd over democratie
Tot slot vindt een derde van de bevraagde Vlamingen dat onze democratie in gevaar is. Die ongerustheid blijkt het grootst in de rangen van Vlaams Belang, waar 51 procent zich "grote" tot "zeer grote" zorgen maakt.
Wie zichzelf als rechts beschouwt, blijkt meer gevaren te zien. Ter linkerzijde heerst over het algemeen minder pessimisme. Ook opvallend: hoe radicaler men zichzelf beschouwt, hoe ongeruster. Dat geldt zowel voor links als voor rechts.
Waardoor wordt die democratie dan bedreigd? Door "politici die niet naar de stem van het volk luisteren", door "beleid dat vooral rekening houdt met de belangen van rijken en machtigen", maar ook door "onverdraagzaamheid tegen mensen met een andere mening". Zelfs over "buitenlandse inmenging in onze verkiezingen" en "vervalste en oneerlijke verkiezingen" is er bezorgdheid.