Comité van Toezicht voor de kinderopvang behandelde nog geen enkel dossier
Bijna twee maanden na de oprichting heeft het Comité van Toezicht voor de kinderopvang nog geen enkel dossier behandeld. Minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) had dat comité opgericht na verschillende schrijnende verhalen over wantoestanden in Vlaamse kinderdagverblijven. Maar ondertussen is nog steeds niet duidelijk welke rol het comité precies moet spelen. "Heel veel zaken zijn nog niet uitgeklaard", vertelde voorzitter Liesbeth Stevens in de onderzoekscommissie kinderopvang in het Vlaams Parlement.
Verschillende schrijnende verhalen over wantoestanden in Vlaamse kinderdagverblijven domineerden de afgelopen maanden de voorpagina's. In de crèche "'t Sloeberhuisje" in Mariakerke overleed zelfs een baby aan het "shaken baby syndrome". Het meisje van zes maanden overleed aan een hersenletsel nadat ze te hard door elkaar was geschud.
De verhalen, onder meer uit Mariakerke, veroorzaakten een golf aan verontwaarding. Er rezen bovendien ook vragen over de opvolging en handhaving van kinderdagverblijven. In het Vlaams Parlement werd daarom een onderzoekscommissie opgericht. Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) besloot daarnaast ook om een opdrachthouder aan te stellen die de handhavingsprocedures onder de loep zou moeten nemen. Hij richtte een Comité van Toezicht op, bestaande uit verschillende "externe experten" die dus niet betrokken zijn bij het kabinet Welzijn of zijn administraties.
Nog geen statuut
Het comité werd midden maart in het leven geroepen, maar ondertussen - bijna twee maanden later - heeft het nog geen enkel dossier behandeld. De leden kwamen nochtans wel al een drietal keer samen.
Dat komt onder meer omdat het comité nog niet over voldoende informatie beschikt om dossiers te kunnen beoordelen, maar ook omdat het voor het comité zelf nog niet helder is wat er precies van hen verwacht wordt. Dat vertelde voorzitter Liesbeth Stevens in de onderzoekscommissie kinderopvang in het Vlaams Parlement.
Het is niet duidelijk of we een toezichtsorgaan zijn of een ethisch comité.
"Heel veel zaken zijn nog niet uitgeklaard", aldus Stevens. "Zo is er eigenlijk nog geen statuut voor het comité. Het is niet duidelijk of we een toezichtsorgaan zijn of een ethisch comité. Het is niet duidelijk of wij beslissingsbevoegdheid hebben of een adviserende rol. Hoe verhouden wij ons tot andere medewerkers, tot andere structuren en samenwerkingen die opgezet zijn om de kindveiligheid te garanderen?"
Snel comité opgericht zonder op te starten?
De getuigenis van Stevens riep veel vragen en verontwaardiging op bij de leden van de commissie. "Ik maak mij bijzonder veel zorgen als ik dit hoor ", klonk het bijvoorbeeld bij Hannes Anaf van Vooruit. "In 2020 al zei minister Beke dat hij een expertenteam zou oprichten. (...) Ik hoor nu dat het nog altijd niet duidelijk is wat de verschillende teams doen. Ik heb sterk de indruk dat er na het drama in 't Sloeberhuisje snel een extern comité is opgericht, maar dat er daarna vanuit de minister of het agentschap Opgroeien niet de drang was om ook snel op te starten."
Minister Beke zelf wil voorlopig niet reageren. Ook hij zal later nog moeten getuigen in de onderzoekscommissie in het Vlaams Parlement. Wellicht zal hij daar moeten antwoorden op de vele vragen hierover.