Eerste mens die varkenshart als donor ontving, overleed mogelijk aan varkensvirus
De eerste mens die een harttransplantatie onderging met een varkenshart, is mogelijk overleden aan een varkensvirus. De patiënt overleed enkele maanden na de baanbrekende operatie. De artsen hebben een varkensvirus in het donorhart gevonden. Al is nog niet helemaal zeker of dat ook de doodsoorzaak is.
De 57-jarige Amerikaan David Bennett haalde begin dit jaar het wereldnieuws. Hij onderging als eerste mens ooit een succesvolle harttransplantatie met een varkenshart. Twee maanden na de ingreep, is hij jammer genoeg al gestorven. Sindsdien proberen de artsen te achterhalen wat er precies is fout gelopen.
HERBEKIJK - "Hij was te ziek om in aanmerking te komen voor een transplantatie met een mensenhart", zegt Dr. Bartley Griffith in deze reportage uit januari:

De artsen geven nu aan dat ze een varkensvirus hebben ontdekt in het hart. Het gaat om het zogenoemde porcine cytomegalovirus. Dat is een herpesvirus dat bij varkens voorkomt. Het virus werd al 20 dagen na de transplantatie ontdekt, maar leek toen geen problemen te geven. Volgens de artsen was het in zeer lage hoeveelheden aanwezig. Drie weken later kwam daar plots verandering in. Dan was de viruslading ineens veel hoger.
De wetenschappers benadrukken dat de rechtstreekse link tussen het virus en het overlijden nog niet is aangetoond. Nochtans blijkt uit eerder onderzoek bij apen dat dit wel degelijk kan. De aanwezigheid van dit specifieke virus bij een transplantatie van een varkenshart kan bij bavianen leiden tot een levensgevaarlijke infectie.
Dit specifieke varkensvirus wordt normaal makkelijk onderdrukt door het immuunsysteem van een varken, maar dat is na de transplantatie uiteraard niet meer aanwezig. Tegelijk wordt het immuunsysteem van de ontvanger bewust onderdrukt. Artsen willen zo voorkomen dat het nieuwe orgaan wordt afgestoten. De patiënt is hierdoor extra kwetsbaar voor infecties.
Bennett was erg ziek toen hij de harttransplantatie kreeg, maar leek in eerste instantie goed te herstellen. Totdat hij op een bepaalde ochtend symptomen kreeg die vergelijkbaar waren met een infectie. De artsen gaven hem tevergeefs antibiotica en antivirale middelen. Het varkenshart begon te zwellen, vulde met vocht en stopte uiteindelijk met kloppen.
De vraag is nu of dat pas ontdekte virus daar voor iets tussen zit. "Eerlijk gezegd weten we dat niet", zegt dokter Bartley Griffith die de operatie had uitgevoerd aan persagentschap AP. "Het onderzoek is nog volop bezig. Dit is een leermoment. Nu we weten dat dit virus er was, kunnen we het in de toekomst waarschijnlijk vermijden."
Niet zonder gevaar
Er wordt benadrukt dat het varken (en het hart) op voorhand grondig waren gescreend op virussen. Ook specifiek op dit virus. Sommige virussen kunnen langere tijd sluimeren voor ze problemen veroorzaken. Na de transplantatie werd het varken opnieuw uitvoerig gecheckt op virussen. Dan zijn restanten van het specifieke virus teruggevonden in de milt.
Eerlijk gezegd weten we niet of het virus er voor iets tussen zit
Dokters proberen al langer organen van andere dieren te gebruiken om mensenlevens te redden. Vooral omdat er een groot tekort is aan donororganen. Tot nog toe was dat meestal onsuccesvol. Al leek de operatie van Bennett in eerste instantie op een grote doorbraak.
Xenotransplantaties - zoals dat soort transplantaties genoemd worden - zijn volgens critici niet zonder gevaar. Dierlijke virussen kunnen volgens hen zo makkelijker overgaan op de mens.