Hoe we vandaag naar moederschap kijken: "Een festival aan keuzes en normen waar je niet allemaal aan kan voldoen"
Moederdag vandaag, een topdag voor bloemen- en pralinewinkels. Sociale media staan vol met lofberichtjes, foto's van in meer of mindere mate gelukte kinderknutsels en zeemzoete rijmpjes en quotes. Mama als zorgende, warme, betrokken figuur. De achterkant van het verhaal: een heel grote druk en verantwoordelijkheid. "Het moederschap is intensief en geïsoleerd geworden, een festival aan keuzes, een vat vol tegenstrijdigheden", zegt historica Noëmi Willemen. "De expertise die je moet hebben, is groot."
Het beeld dat we spontaan hebben bij een goede moeder, is dat van een lieve, betrokken vrouw die er altijd probeert te zijn voor haar kinderen. Maar dat is niet altijd zo geweest. Pas vanaf de 20e eeuw kwam er het idee dat vrouwen voorbestemd zijn om moeder te worden. Kinderen, dat was het grootste geluk. Tegelijk deed het kostwinnersmodel en het kerngezin zijn intrede, met vader die ging uit werken en moeder die thuis bleef om voor de kinderen te zorgen.
"Hoe we moeders zien, en wat we ervan verwachten, is heel sterk gelinkt aan tijd en ruimte", zegt Noëmi Willemen. Zij onderzoekt als historica de geschiedenis van het naoorlogse moederen in Vlaanderen aan de UCL in Louvain-la-Neuve. "We moeten een onderscheid maken tusen persoonlijke ervaringen en de praktijk, en het instituut moederschap, dat we vaak ondersneeuwen met een soort suikerlaagje, dat we naturaliseren."
Hoe omschrijft Willemen het moederschap van vandaag? "In één woord? Intensief. We verwachten dat moeders veel tijd en energie steken in hun kinderen. Het is een sterke keuze dus je moet er helemaal voor gaan, het is een zegen waar je een heel leven aan wijdt. Maar we ervaren dat die keuze in de realiteit moeilijk om te zetten is. Het is een vat vol tegenstrijdigheden. Er is een ontzettend lange waslijst van normen waaraan we moeten voldoen. Je moet er sterk in investeren."
Intensief en geïsoleerd moederschap
Dat beeld van moederschap is vrij recent. "Je ziet het intensieve moederschap sinds het einde van de jaren 90 sterk als norm opduiken in geïndustrialiseerde westerse landen", zegt Willemen. "Je moet het ook in context brengen met het kostwinnersmodel van vandaag. Het is altijd zo geweest dat de periode dat je kinderen krijgt, ook de periode is dat je werkt. Eigen aan die 20e eeuw is dat moeders dat werk thuis gingen doen: het huishouden, de zorg voor het gezin en alles wat daarbij hoorde. De moeder was de primaire zorgfiguur en had dus een belangrijke rol."
Ook vandaag is er nog altijd een sterke concentratie op de figuur van de moeder, "maar de kerngezinnen zijn veel kleiner geworden dan vroeger, veel vrouwen werken ook buitenshuis. In tegenstelling tot vroeger kan je ook veel minder een beroep doen op je sociale omgeving om taken uit te besteden en te verdelen. Dat maakt het moederschap intensiever en geïsoleerder."
Thuismoeders zoals die in het midden van de 20e eeuw gezien werden, dat is een maatschappelijke norm die vandaag niet voor iedereen representatief of haalbaar is, zegt Willemen.

Moederdag vandaag: "Hoe we moeders zien en wat we ervan verwachten is gelinkt aan tijd en ruimte"
John Bowlby en de hechtingstheorie
Het beeld van moederschap in de 20e eeuw en vandaag is een erfenis van de hechtingstheorie van John Bowlby, zegt Noëmi Willemen. Bowlby was een Britse psychiater die in de jaren 40 en 50 het belang van de interactie tussen kinderen en opvoeders onderzocht. Hij beklemtoonde specifiek een sensitieve houding van de moeder. De mate waarin ze openstaat voor de signalen van het kind, bepaalt of het kind veilig kan hechten. De manier waarop hechting ontstaat, heeft volgens Bowlby een voorspellende waarde voor de emotionele ontwikkeling op latere leeftijd.
Later erkende Bowly ook dat dat ook andere figuren dan de moeder hechtingsfiguren zijn en diezelfde rol kunnen spelen. Zijn theorie ligt onder meer mee aan de basis van het idee dat je huilende baby's niet laat huilen, maar troost biedt. Huilen is een signaal dat de baby behoefte heeft aan de nabijheid van zijn verzorger.
"Nog altijd niet zeuren als moeder"
Oudere generaties hoor je soms de vraag stellen wat er mis is met de huidige generatie moeders: "Ze klagen en zagen zoveel. Vroeger..." "Ik zou niet zeggen dat moeders van nu veel zeuren", pikt Willemen in. "Zeuren is vaak al grappend of sarcastisch, "straks vliegen we in de wijn". Maar dat wordt altijd gevolgd door "maar we zien ze graag". De norm is nog altijd dat je eigenlijk niet zeurt als moeder."
Maak ik de juiste keuze? De expertise die je moet hebben, is groot geworden.
Er is volgens Willemen een groot verschil met de vorige generaties. "Ten eerste is er het betaalde werk, dat veel ruimte inneemt, waarin je jezelf ontplooit, achtervolgd door allerlei technologieën. Maar ook het onbetaalde werk, het mandaat van ouders, wordt almaar groter. Voeden, eten, slapen, school, crèche... Maak ik de juiste keuze? De expertise die je moet hebben, is groot geworden."
Er zijn steeds meer verantwoordelijkheden bij de ouders komen te liggen, en in de meeste gevallen de moeder. Dat zie je ook in het beleid, vindt Willemen. Het recente debat over de kinderopvang en het belang van de eerste 1.000 dagen, bijvoorbeeld. "Dat gaat over veel grotere zaken, maar je ziet dat dat gereduceerd wordt tot de vraag of we niet moeten nadenken of baby's thuis bij de mama moeten blijven."
"Als je de balans niet vindt, ben je mislukt"
Noémi Willemen heeft met Le coeur à marée basse ook een blog waarin ze beschrijft hoe het moederschap niet altijd een walk in the park is. Het blijft een taboe om dat toe te geven, vindt ze. "Kinderen krijgen is een keuze, gelukkig maar. Maar het is een festival aan keuzes geworden. Je moet je op alle mogelijke manieren inlezen over alle mogelijke stijlen waar je aan kan voldoen. Je mag wel een beetje mopperen, maar tegelijkertijd... Van de worklife-balans wordt gezegd dat die in onszelf zit. Jij moet die balans vinden. Als je die niet kan vinden, dan is het je eigen probleem. Als je er niet in slaagt, dan ben je mislukt."
Je krijgt dikwijls te horen dat je niet zo perfectionistisch hoeft te zijn, het is goed genoeg. Maar intussen word je bedolven onder de adviezen: als je dit en dat niet doet, loopt het mis.
"Je krijgt dikwijls te horen dat je niet zo perfectionistisch hoeft te zijn, dat je je niet schuldig hoeft te voelen, het is wel goed genoeg. Maar intussen word je bedolven onder de adviezen die vrij determinerend zeggen: als je dit en dit en dat niet doet, dan loopt het gigantisch mis. Het is heel moeilijk om daaraan te voldoen. En het is heel moeilijk om daar weerstand tegen te bieden."
"Tijdens corona was het nog nooit zo zichtbaar, dat het moeilijk is om aan alles te voldoen. Je kan niet alles combineren maar toch wordt dat verwacht. Je zou denken dat we het na corona geleerd hebben en dat erover gesproken wordt. Maar we krijgen het omgekeerde: nu moeten we gaan nadenken of we onze baby's toch ook niet moeten thuishouden. Het debat is enorm geïndividualiseerd en dat is een probleem. Moeders voeden hun kinderen niet alleen op, een samenleving doet dat."