Gemeentefinanciën kreunen onder hoge inflatie, nog meer dan onder corona

De huidige inflatie heeft een veel grotere negatieve impact op de gemeentefinanciën dan de coronacrisis. Dat blijkt uit een studie van Belfius naar de financiële situatie van de lokale besturen in Vlaanderen en Brussel. Sommige steden en gemeenten hebben geen reserves meer en investeringen komen in het gedrang. De meerjarenplannen zullen dus flink moeten bijgestuurd worden. 

Door de hoge inflatie wordt het leven voor iedereen duurder. Ook lokale besturen krijgen dit jaar nog meer dan de voorbije covidjaren een grote financiële schok te verwerken. De hoge inflatiecijfers doen onder meer de loonkosten oplopen en anderzijds lopen ook de energiefacturen en de prijzen voor bouwmaterialen op.

Wat is inflatie?

Inflatie is het cijfer dat aangeeft hoe duur het leven is. De inflatie is deze maand naar 8,97 procent gestegen. Dat betekent dat het leven in mei 2022 nu zo'n 9 procent duurder is geworden dan in dezelfde maand een jaar geleden. Het is van augustus 1982 geleden dat de levensduurte zo sterk toenam - bijna 40 jaar geleden dus. 

Hogere loonkosten

Steden en gemeenten passen elk jaar hun meerjarenplan aan, rekening houdend met de economische situatie. "Zo gingen de meeste gemeenten voor 2022 uit van slechts één loonindexaanpassing, terwijl we intussen weten dat er vier aanpassingen van de lonen van het overheidspersoneel volgen", legt Véronique Goossens, hoofdeconoom bij Belfius, uit.

"Gaan we van deze context uit, dan zal de loonkost dit jaar met 8,4% stijgen bij de Vlaamse lokale besturen en met 10,6% bij de Brusselse gemeenten, loonsverhogingen meegerekend. Dit gaat al gauw om respectievelijk 250 en 45 miljoen euro extra uitgaven."

En dat betekent een grote hap uit het budget, want loonkosten zijn voor de meeste gemeenten de grootste kostenpost. Vooral kleinere gemeenten lijden daaronder. Zoals Gooik, in Vlaams-Brabant: zij verwachten dit jaar een stijging van bijna een half miljoen euro op een begroting van 11 miljoen euro.

Maar ook een middelgrote stad, zoals Diest, ziet zijn loonkosten nu al toenemen met ruim 1,2 miljoen euro, het dubbele van de voorziene marge. En bij de stad Gent verwachten ze tegen 2025 een meerkost van ruim 156 miljoen euro.

Torenhoge energiefacturen

Naast de hogere loonkosten zijn er ook nog de energiefacturen die ook bij steden en gemeenten de pan uit swingen. "We verwachten op vlak van energie 105 miljoen euro hogere uitgaven voor de Vlaamse lokale besturen en 12,5 miljoen euro voor de Brusselse gemeenten, als we een verhoging van 50% veronderstellen. Sommige besturen spreken over een verdubbeling of zelfs verdrievoudiging van hun factuur", verduidelijkt Goossens.

Dat zien ze ook in Diest. Daar verwachten ze tegen het einde van het jaar ruim 43% meer betaald te zullen hebben voor energie dan vorig jaar, en 56% meer dan het jaar voordien. Dat is een stijging van 1 miljoen euro op een begroting van 44 miljoen euro.

Bouwkosten

Lokale besturen doen verder ook heel wat investeringen in renovaties, nieuwbouw of bijvoorbeeld openbare werken. Ook die prijzen zijn het afgelopen jaar stevig de hoogte in gegaan. De prijzen voor openbare werken bijvoorbeeld zijn het afgelopen jaar met maar liefst 25% gestegen.

Het zorgt ervoor dat lopende projecten in veel gemeenten op dit momenten al een stuk duurder uitvallen. Zo zien ze bij de bouw van een school in Gooik op dit moment al een meerkost van 700.000 euro op een totaal van 5 miljoen euro. De aanleg van een nieuwe parking in Diest kost bijvoorbeeld al een kwart meer dan voorzien.

BEKIJK - Reportage uit het "Journaal" over de financiële situatie van steden en gemeenten:

Videospeler inladen...

Gemeentefinanciën onder druk

Al die extra kosten, hebben een grote impact op de financiële situatie van de lokale besturen. Die zouden eigenlijk tegen het einde van de legislatuur in 2024 een begroting in evenwicht moeten hebben. Uit de studie van Belfius blijkt nu dat sommige steden en gemeenten vandaag al tekorten hebben, terwijl er nog twee jaar te gaan is. En die twee jaar zullen allesbehalve goedkoper worden. 

De financiële schok zal vooral dit jaar te voelen zijn

"Met wat we nu weten zal de financiële schok vooral in 2022 te voelen zijn. Ook al volgen er in 2023 nog eens twee indexoverschrijdingen met impact op de loonkosten, de marge zal er minder onder lijden", klinkt het bij Belfius. Dat komt onder meer omdat de lokale besturen vanaf volgend jaar geleidelijk hun inkomsten zullen zien toenemen, omdat de inflatie bijvoorbeeld ook belastinginkomsten of huurkomsten beïnvloedt. Of steden en gemeenten opnieuw hun belastingen zullen verhogen, is nog maar de vraag.

Investeringen herbekijken of schrappen?

Het roept alleszins wel de vraag op wat dit betekent voor geplande investeringen en projecten binnen steden en gemeenten. Volgens de studie van Belfius staan op dit ogenblik in de meerjarenplannen van de Vlaamse lokale besturen nog voor 11,7 miljard euro investeringen voor de rest van de periode 2022-2025 gepland. In Brussel noteren de gemeenten voor 2022 een investeringsbedrag van 15% hoger dan in 2021.

Heel wat lokale besturen zullen hun investeringen dus moeten herbekijken of hier en daar zelfs schrappen. Al blijven de investeringen waarvoor steden en gemeenten Europese of Vlaamse subsidies genieten – zoals rioleringswerken, wegenwerken en fietsinfrastructuur - volgens Belfius wellicht wel op de lijst met uit te voeren werken staan. 

Maar dat neemt niet weg dat veel gemeenten bezorgd uitkijken naar de herziening van de meerjarenplannen in het najaar. Onder meer in Diest vrezen ze geplande investeringen te zullen moeten spreiden in de tijd. In onder meer Gent en Brugge zitten ze zelfs al op korte termijn samen om die budgetoefening voor te bereiden.

VVSG: "financieringsstromen inflatiebestendig maken"

De Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG) vraagt ondertussen opnieuw om "de financieringsstromen naar de Vlaamse gemeenten inflatiebestendig te maken".

Onder meer het Gemeentefonds, waaruit de gemeenten het grootste deel van hun financiële middelen halen, stijgt met een jaarlijkse, vastgelegde groei van 3,5% momenteel minder snel dan de inflatie.

De VVSG vraagt om het Gemeentefonds te koppelen aan de inflatie wanneer die stijgt boven 3,5% en om ook andere financieringsfondsen, zoals aanvullende dotaties bij het Gemeentefonds, die momenteel geen jaarlijkse groei kennen, te koppelen aan de levensduurte.

Meest gelezen