Valt doek over Toneelhuis en Troubleyn? Vandaag beslissing over cultuursubsidies: dit staat op het spel
De Vlaamse regering beslist vandaag over de subsidies van de kunstensector tot 2027. Het Toneelhuis in Antwerpen en Troubleyn, het gezelschap van Jan Fabre, kregen allebei al een negatief advies, voor hen is het bang afwachten. In totaal dreigt een op de vier Vlaamse en Brusselse cultuurhuizen subsidies te verliezen.
Een week voor de uiterste deadline beslist de Vlaamse regering vandaag over de subsidies voor de kunstensector, voor de komende vijf jaar. Het gaat over veel geld: 89.969.251 euro om precies te zijn, net geen 90 miljoen euro. En het gaat lang niet alleen over het Toneelhuis of Troubleyn, in totaal dienden 282 organisaties een dossier in.
Bekijk hieronder de petitie, ondertekend door 140 cultuurinstellingen, die werd afgegeven om meer middelen te vragen voor cultuur.

Is die beslissing dan nog niet gevallen, er zijn toch al adviezen?
Subsidies krijg je niet zomaar. Als kunstenorganisatie moest je in december een stevig dossier indienen, dat eerst door een commissie van experts werd beoordeeld. Elke kunstvorm heeft een eigen specifieke commissie, zo is er een commissie die enkel dossiers rond klassieke muziek behandelt.
Elke commissie beheert een bepaald budget en heeft drie keuzes: het dossier positief beoordelen binnen budget, het dossier negatief beoordelen of het positief beoordelen buíten budget. Die selectie gebeurde in de eerste maanden van het jaar.
Een positieve beoordeling buiten budget betekent dat het dossier wordt doorgeschoven naar een volgende commissie. Die “landschapscommissie” bundelde in mei de doorgeschoven dossiers en schreef een nota met extra advies. Het is de Vlaamse regering die uiteindelijk bepaalt wie wat krijgt, op voorzet van de minister van Cultuur, Jan Jambon (N-VA). Zelfs een negatief beoordeeld dossier kan de regering weer opvissen.
De minister riskeert dat organisaties naar de Raad van State stappen
Toch is het werk van die commissies belangrijk, stelt Leen Laconte, directeur van oKo, de koepel van de kunstensector: “De minister mag veranderen, maar moet zijn keuze goed motiveren en daartoe bij de leidinggevende principes van het kunstendecreet blijven. Anders riskeert hij dat organisaties zich benadeeld voelen en naar de Raad van State stappen. Juridisch gezien kan de minister ver afwijken, maar daar kan hij later politiek op worden afgerekend.”
Toneelhuis maar topje van de ijsberg
Het Toneelhuis is lang niet de enige organisatie die een negatief advies kreeg. Het lijkt erop dat dossiers van jongere, verbredende makers op meer goedkeuring konden rekenen. Daardoor zijn een paar bekende namen uit de boot gevallen.
Zo adviseren de commissies om geen subsidies meer te geven aan het kunstenhuis Z33 in Hasselt. Ook gevestigde gezelschappen als Needcompany en Troubleyn kregen, net zoals het Ictus Ensemble, een negatief advies. Een op vier van de Brusselse en Vlaamse cultuurhuizen zit met een probleem, volgens sommigen dreigt een culturele woestijn.
Als wij geen subsidies krijgen betekent dat een onmiddellijk failliet
Bij sommige dossiers is dat advies heel terecht, hoor je bij experts. Bij andere adviezen worden toch serieuze vraagtekens geplaatst. Het negatieve dossier van het Brusselse gezelschap Needcompany rond Jan Lauwers, bijvoorbeeld, lijkt eerder een strategische keuze van de commissie. Voor de grotere organisaties – zoals Toneelhuis of Needcompany - zal er wel een oplossing worden gevonden, is dan de redenering.
Jan Lauwers hekelt die manier van werken. We bellen hem in Wenen, waar hij aan het werk is met Needcompany: “Twee maanden wachten op het verdict, dat is zwaar om dragen. Er zijn mensen die zich afvragen: heb ik nog een job na 30 juni? Als wij geen subsidies krijgen betekent dat een onmiddellijk failliet.”
Na het eerste advies zijn steunacties op poten gezet, er werden brieven gestuurd en gesprekken gevoerd met politici. “We hebben een weerwoord geschreven, maar we horen dat het advies negatief is gebleven”, zegt Lauwers. “Ik ben ervan overtuigd dat er een vergissing is gebeurd, en dat de politiek dat wel zal begrijpen. Maar je weet het niet. Die onzekerheid knaagt. Het is een slopend systeem.”
Buitenlandse organisaties wachten voorlopig om ons volgend jaar te programmeren, dit heeft nu al een heel zwaar effect
“Ondertussen doen wij voort. We hebben goede projecten in het vooruitzicht, maar door dit negatieve advies is onze internationale werking stilgevallen. Buitenlandse organisaties wachten voorlopig om ons volgend jaar te programmeren, coproducenten aarzelen. Dit heeft nu al een heel zwaar effect.”
Plan B voor het Toneelhuis?
Het Toneelhuis is het grootste stadstheater in Vlaanderen en heeft zijn thuisbasis in de Bourlaschouwburg in Antwerpen. Het gezelschap stond sinds 2006 onder de artistieke leiding van Guy Cassiers, dit seizoen was zijn laatste. Momenteel krijgt het Toneelhuis elk jaar 3,1 miljoen euro. Er werken zo'n 80 mensen.
Als de minister het Toneelhuis wil redden, dan moet hij zoeken naar criteria in het Kunstendecreet om die beslissing te motiveren. Artistieke kwaliteit is een van de criteria, dat is een manier om het dossier alsnog te subsidiëren. Al dreigen dan juridische stappen van andere organisaties.
Er is ook een tweede optie, waarbij de minister op een andere manier een extra budget toekent, met duidelijke voorwaarden. Een apart budget, los van het huidige decreet, om zo de band tussen Vlaanderen en het stadstheater niet te verbreken. Of het zover komt is onduidelijk. Er wordt veel gefluisterd.
Kan het dan niet zonder subsidies? Neen, stelt Leen Laconte van oKo: "Het overgrote deel van die Vlaamse subsidies gaat naar personeelskosten. Zonder dat personeel kan je niet professionaliseren en kan je onmogelijk op zoek naar eigen inkomsten. Vlaamse subsidies zijn nog goed voor 37 procent van de inkomsten van de kunstensector, dat cijfer vermindert ook elk jaar. Maar die subsidies zijn een hefboom om eigen inkomsten te garanderen, waardoor je artiesten kan blijven tewerkstellen en ticketprijzen aanvaardbaar kan houden."
Beluister hier het gesprek met Leen Laconte in "De ochtend", begin april:

Cultuursector pleit voor meer subsidies: "Eén op de vier organisaties zijn in gevaar"
"A perfect storm" voor de kunstensector
75 procent van de 282 organisaties heeft een positief advies gekregen van de commissies, maar het is nu al duidelijk dat er te weinig geld is voor al die dossiers. Opgeteld vragen alle organisaties meer dan 151 miljoen euro, terwijl er net geen 90 miljoen euro beschikbaar is.
Daarbovenop worden die budgetten maar gedeeltelijk geïndexeerd. De sector pleitte daarom eerder al voor een verhoging van 38 miljoen euro. Al is ook dat cijfer achterhaald, legt Leen Laconto van oKo uit: "We hebben dit jaar al vier indexsprongen gehad. Dat betekent alleen al voor de lonen - de grootste hap uit de subsidies - een meerkost van 8 procent."
Dat wreekt zich in crisistijden. Terwijl het duurder wordt om gebouwen te onderhouden en verwarmen, worden de lonen van werknemers ook geïndexeerd. Tegelijkertijd lijken heel wat mensen te aarzelen om tickets of abonnementen te kopen. Ook sponsorcontracten lopen moeizaam, en de internationale tournees zijn nog niet 100 procent heropgestart na de pandemie. Het maakt dat de eigen inkomsten zijn geïmplodeerd. Het lijkt een “perfect storm” voor de kunstensector.
Noden zijn er jammer genoeg in veel geledingen van onze samenleving
Leen Laconte blijft hopen op beterschap: "De minister heeft in januari al gezegd dat hij een inspanningsverbintenis wou aangaan, hij begreep heel goed dat koopkracht een probleem is. En dat probleem is alleen nog maar toegenomen. Maar natuurlijk laat minister Jambon niet in zijn kaarten kijken. We weten dat hij bereid is om te zoeken en dat de kans groot is dat er iets bijkomt. Maar hoeveel en waarvoor, dat weten we niet."
“Wij zijn ons bewust van de noden in de kunstensector, maar noden zijn er jammer genoeg in veel geledingen van onze samenleving”, stelt Olivier Van Raemdonck, woordvoerder van minister-president Jambon. “De minister draagt onze belangrijke cultuurinstellingen een warm hart toe en waar het kan, zal hij alles doen om tegemoet te komen. Maar de bomen groeien, dat moet elkeen beseffen, niet tot in de hemel. De minister zal eind juni zijn beslissing bekend maken.”
De beslissing van de Vlaamse regering deze maand is geen eindpunt. Daarna moeten beleidsplannen worden aangepast en beginnen de onderhandelingen over beheersovereenkomsten, tot midden oktober. In januari 2023 start de nieuwe subsidieperiode, tot 2027.