Winkelkar van "De inspecteur" is 11 procent duurder in half jaar tijd: "In álle supermarkten zijn prijzen gestegen"
De tijd van winkelen aan "prijzen van vorig jaar" lijkt voorbij. Dat blijkt uit de zogenoemde winkelkartest van "De inspecteur" van Radio 2. In een half jaar tijd betaalt hij 11 procent meer voor net dezelfde producten.
Begin december 2021 vult "De inspecteur" Sven Pichal een winkelkar bij drie supermarkten: een discounter (een supermarkt die met goedkope producten en eigen merken een zo laag mogelijk prijs wil aanbieden), een prijsvechter (een supermarkt die A-merken verkoopt aan de laagste prijs) en een "premium" of traditionele supermarkt (een winkel die minder op prijs focust maar meer op kwaliteit en winkelervaring). Hij koopt 75 gangbare producten en betaalt 177,45 euro voor de drie karren samen.
In maart doet hij hetzelfde, en dan valt de prijsstijging wel mee: 180,56 euro in totaal. Opvallend: bij de discountmarkt waar "De inspecteur" zijn kar vult, zijn de prijzen ten opzichte van december nauwelijks gestegen. Bij de twee andere supermarkten betaalt hij 2 à 3 procent meer.
Maar wanneer "De inspecteur" vandaag dezelfde 75 producten koopt in dezelfde drie supermarkten, betaalt hij fors meer: het eindtotaal bedraagt 196,43 euro. Zowat 16 euro meer dan in maart dus, en 18,98 euro meer dan in december.
De totale winkelkar van "De inspecteur" kost op een half jaar tijd dus 11 procent extra. De stijging is te vinden bij de premium supermarkt, die 12 procent duurder werd ten opzichte van december, en zeker bij de discounter. Daar betaalt "De inspecteur" voor de producten in zijn kar 19 procent meer dan in december. De prijsvechter is voor de selectie producten uit de steekproef maar 3 procent duurder dan vorig jaar.
"Evergreens"
“De 11 procent uit jullie steekproef zit ver boven de 7 procent die de Eurostat-inflatiecijfers aangeven voor de maand mei in ons land”, zegt Els Breugelmans, professor marketing en retailexpert aan de KU Leuven.
Een verklaring zou kunnen zijn dat "De inspecteur" heel wat "evergreens" in zijn kar legde. “Dat zijn heel bekende producten van grote merken waar geen enkele supermarkt zonder kan. Denk bijvoorbeeld aan Coca-Cola of Jupiler. Supermarkten moeten ze aanbieden omdat klanten ze willen. Daardoor zullen ze sneller geneigd zijn om prijsstijgingen van de producent te aanvaarden.”
Handelsfederatie Comeos merkt op dat de hoogte van de prijsstijging afhangt van waarmee de winkelkar wordt gevuld. "Statbel (het officiële statistiekbureau van ons land, red.) checkt op een heel grote basis wat de Belgen elke week kopen en zij komen tot een cijfer van 6,6 procent voedingsinflatie. Dat is lager dan de algemene inflatie van bijna 9 procent", aldus ceo Dominique Michel (zie video hieronder). "Het is onze job dat de consumenten de beste producten krijgen voor de beste prijs. Dat betekent heel moeilijke onderhandelingen met de producenten." Volgens Comeos zullen de prijzen de komende maanden nog verder stijgen, maar doen de winkels er alles aan om de voedingsinflatie lager te houden dan de algemene inflatie.

BEKIJK - Sven Pichal: "In maart waren de prijzen nog maar 2 procent gestegen, maar nu!"

Verklaring
Het is opvallend dat uitgerekend de prijzen van de discountsupermarkt het hardst gestegen zijn. Volgens Breugelmans heeft dat wellicht met de timing van de prijsonderhandelingen te maken. “Elke grote supermarktketen onderhandelt jaarlijks met de producenten de productprijzen voor het komende jaar. De meeste ketens volgen daarbij het kalenderjaar.”
Ook de discountsupermarkten zijn moeten bijdraaien
Maar er zijn uitzonderingen, zegt Breugelmans. “Bij bepaalde discountsupermarkten gebeuren die onderhandelingen pas rond maart. Zij hebben dus de eerste maanden van 2022 hun producten nog kunnen verkopen aan de prijzen die vorig jaar afgesproken waren. Intussen zijn ook zij moeten bijdraaien.”
Volgens Breugelmans krijg je op een dergelijk moment vaak een shockeffect. “De prijzen waren lange tijd kunstmatig laag. Wanneer ze dan na een lange tijd bijgesteld worden, is het verschil plots groot.” Intussen zijn alle retailers getroffen door prijsstijgingen.
Consument, winkel of producent: hoe reageren zij op prijsstijgingen?
De reacties van consumenten op prijsstijgingen zijn zeer divers, merkt Breugelmans op. "Sommigen wisselen van winkel, maar de meesten blijven toch hun eigen supermarkt trouw. Zij passen dan wel vaak hun aankoopgedrag aan in de winkel. Ze kopen minder dure merken en meer huismerken, of gaan ook meer letten op promoties."
Dat merken de winkels ook. "In deze periode ligt de promotiedruk het hoogst", weet Breugelmans. "1 op de 5 producten kopen mensen nu in promotie. Supermarkten willen mensen lokken met zulke promoties, want zij komen doorgaans met veel meer buiten."
Ook de producenten zelf passen zich aan aan de hogere prijzen. "Soms nemen ze zelf een deel op zich en nemen ze dus minder marge en soms vragen ze om de prijsstijging in de winkel door te rekenen, waardoor het duurder wordt voor de consument. In sommige gevallen gaan ze zelf kosten besparen of gaan ze aan 'shrinkflation' doen. Dat betekent dat ze de verpakking verkleinen of er minder in steken. Soms is dat dus een verborgen prijsstijging en als die uitkomt, reageren consumenten daar slecht op."
De duurste categorieën
Zuivel werd het voorbije halfjaar veel duurder in alle supermarkten. “Kaas, melk, boter, kinderyoghurt, ... De prijzen stegen fors”, weet Breugelmans. “De oorzaak is te zoeken in de onzekerheid van de Oekraïens-Russische oorlog en in een lager aanbod. Die combinatie zorgt voor hogere prijzen op de internationale zuivelmarkten.”
Het besef groeit dat de oorlog niet onmiddellijk zal stoppen, dus stijgt de kans dat er opnieuw onderhandelingen komen over een nieuwe, nog hogere prijs
Ook de prijs van vetten en olie steeg sterk. En volgens Erik Joly, hoofdeconoom bij ABN-Amro, ligt dat aan meer dan alleen het conflict in Oekraïne. “Er waren ook tegenvallende oogsten. Ook de stijgende vraag naar biodiesel speelt een rol. Steeds meer landen formuleren hun doelstellingen op het vlak van biologische brandstoffen. De vetten die daarvoor dienen, zijn dezelfde die ook in voedingsindustrie gebruikt worden.”
Onnodig te vermelden dat ook tarweproducten fors duurder geworden zijn. “Daar heeft de oorlog in Oekraïne een negatief effect op het aanbod. Maar ook de exportstop door de slechte oogst in India zorgt voor hogere prijzen. Intussen groeit het besef dat de oorlog niet onmiddellijk zal stoppen, dus stijgt de kans dat er opnieuw onderhandelingen komen over een nieuwe, nog hogere prijs”, zegt Breugelmans.
Zelfs de goede oude aardappel werd duurder. Bij een bepaalde supermarkt kost de variëteit Nicola vandaag 3,99 euro per kg, een veelvoud van de 1,40 euro per kg in december. “Dat valt enerzijds te verklaren door een slechte oogst”, zegt professor Breugelmans. “Anderzijds werd de aardappelsector zwaar getroffen door de coronacrisis. De consumptie viel sterk terug en de markt werd zo hard ontregeld dat het wellicht nog een tijd zal duren voor hij terug stabiliseert.”