Voormalige Colombiaanse FARC-leider geeft misdaden tegen mensheid toe
In het vredesproces in Colombia heeft de voormalige leider van de linkse verzetsbeweging FARC zijn verantwoordelijkheid voor de systematische ontvoering van soldaten, politieagenten en burgers toegegeven. Dat deed Rodrigo Londoño dinsdag tijdens een hoorzitting van het vredestribunaal JEP.
"We zijn individueel en collectief verantwoordelijk voor een van de gruwelijkste misdaden die onze organisatie heeft begaan", zei Londoño. "In naam van het revolutionaire gedachtegoed hebben wij misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden begaan."
Tijdens het decennialange conflict met de FARC ontvoerden de guerrillero's meer dan 21.000 mensen. Volgens het Colombiaanse openbaar ministerie kwamen meer dan 500 gijzelaars om het leven. Colombia heeft meer dan vijftig jaar burgeroorlog achter de rug, met rond 220.000 doden en miljoenen ontheemden. De regering sloot in 2016 een vredesakkoord met de FARC - de grootste van de linkse verzetsbewegingen. Dat akkoord voorzag in de oprichting van het vredestribunaal JEP en strafvermindering voor daders die met de autoriteiten meewerken. In juli worden de eerste vonnissen verwacht.
De uitspraken komen er enkele dagen nadat Gustavo Petro de presidentsverkiezingen heeft gewonnen. Petro wordt de allereerste linkse president van Colombia. En opmerkelijk, hij zat in de jaren 70 en 80 zelf in een linkse verzetsbeweging.