Waarom ligt focus zo sterk op landbouw om stikstof te beperken? "In andere sectoren regulering al jaren strenger"
In Nederland hebben vandaag opnieuw duizenden boeren tegen de stikstofplannen van hun regering geprotesteerd en ook tegen de Vlaamse stikstofdeal is er fel protest. Maar waarom ligt de focus zo sterk op de landbouwsector? "In andere sectoren is de regulering al jaren strenger en zijn er ook al meer technologische vernieuwingen doorgevoerd", zeggen experts. Toch is de uitstoot verder beperken ook in de landbouw mogelijk.
Wanneer we kijken naar de bijdrage van de landbouw aan de stikstofuitstoot in Vlaanderen, dan is die sector de belangrijkste. In verhouding is de sector verantwoordelijk voor veel meer stikstofneerslag dan bijvoorbeeld de transportsector en de industrie, blijkt uit cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij. In de landbouw wordt er, in tegenstelling tot in andere sectoren, ook maar moeizaam winst geboekt.
Stikstofgas, een kleur- en reukloos gas dat zo'n 78 procent van de lucht uitmaakt, is onschadelijk. Maar stikstof kan zich in de lucht ook verbinden met andere elementen en dan ontstaan er verbindingen die wel schadelijk zijn voor natuur en mens. Het stikstofdossier gaat over die veel te hoge stikstof- en ammoniakuitstoot die afkomstig is van landbouw en industrie en de neerslag ervan in natuurgebieden.
Stikstofoxiden ontstaan uit het stikstofgas in de lucht bij hoge temperaturen, bij verbrandingsprocessen in de industrie en bij het opwekken van energie en in verbrandingsmotoren voor onder meer het transport.
Ammoniak is vooral afkomstig uit de landbouw. De stof ontsnapt uit de stallen van kippen, varkens en runderen, ze komt vrij uit de opslag van mest en bij het bemesten van velden en akkers. De stikstofoxiden en ammoniak in de lucht komen uiteindelijk weer op de grond terecht (stikstofdepositie of stikstofneerslag).
Dat de landbouwsector zoveel schadelijke stikstof uitstoot, is meteen een verklaring waarom er momenteel zo op gefocust wordt in het stikstofbeleid. De uitstoot van reactieve stikstofverbindingen is de afgelopen decennia al sterk gedaald, maar de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) daalde wel sterker dan die van ammoniak (NH3).
In andere sectoren is men al verder geëvolueerd wanneer het gaat om het reduceren van schadelijke stoffen. "In de transportsector en in de zware industrie is de regulering al jaren strenger en er zijn daar ook al een aantal technologische vernieuwingen doorgevoerd", legt Liesbet Vranken, professor landbouw- en milieueconomie aan de KU Leuven, uit.
"In de zware industrieën heb je ook al een aantal mechanismen die meer uitgewerkt zijn. In mijn ogen is dat nog wat minder het geval in de landbouw, maar ik ga niet zeggen dat daar nog niets gebeurd is. Andere sectoren zijn zich wel al langer aan het aanpassen. De regulering en de beleidsdoelstellingen voor de landbouw zijn zich nu pas heel scherp aan het stellen. Ook daar moeten er dingen gebeuren en die ingrepen die nu vereist zijn, zijn vrij groot."
Enkele bepalingen uit de Vlaamse stikstofdeal:
- Zowat 40 van de meest vervuilende ("rode") bedrijven zullen moeten stoppen tegen 2025. Zij zullen daarvoor een vergoeding krijgen. Zo'n 120 andere "donkeroranje" bedrijven krijgen tegen 2026 de kans om vrijwillig te stoppen. De rode en donkeroranje bedrijven zijn niet noodzakelijk de bedrijven met de grootste uitstoot, maar wel bedrijven die - omwille van hun locatie dicht bij natuurgebied - een hoge impact hebben.
- Voor varkens- en pluimveebedrijven die nog niet ammoniakemissiearm zijn, moet de uitstoot met 60 procent verminderen.
- De varkensstapel moet tegen 2030 met 30 procent verminderen.
BEKIJK - "De landbouw heeft veel oplossingen voor het stikstofprobleem, maar het beleid volgt ons niet", legt rundveehouder Bart van den Hout uit in "Het journaal":

"Uitdagender om in landbouw te reduceren"
David De Pue, onderzoeker aan het Instituut voor Landbouw, Visserij- en Voedingsonderzoek in Merelbeke, beaamt dat het aandeel van de sector in de stikstofuitstoot heel groot is.
"Het is wel zo dat de beperking van de uitstoot in de landbouw om een aantal redenen uitdagender is dan in andere sectoren", legt hij uit. "Zo is er in de landbouw geen equivalent van de driewegskatalysator die uitlaatgassen van wagens reinigt. En je werkt met levende dieren, een levende bodem, levende systemen. Daarover heb je niet de volledige controle, wat niet wegneemt dat er wel mogelijkheden zijn."
Zo zijn de meeste ammoniakemissiearme stallen gebaseerd op een snelle scheiding van vaste mest en urine. "Het is goed voor de emissies als je die twee stromen uit elkaar kan houden, anders krijg je ook vorming van ammoniak", legt hij uit. "Ook het beperken van het contactoppervlak van de mest met de lucht heeft een gunstige invloed op stalniveau."
Ook professor Vranken verwijst naar de stalinrichting en systemen zoals bijvoorbeeld luchtwassers (een installatie die in de intensieve veehouderij gebruikt wordt om de uitstoot van gevaarlijke stoffen en/of stoffen die het milieu aantasten te verminderen), al is daar recent ook de vraag opgedoken of die wel zoveel "wassen" als de industrie zelf zegt.
"Maar de landbouwers moeten die systemen ook wel gebruiken. Je hoort dat niet iedereen het implementeert. Dit gaat natuurlijk allemaal gepaard met investeringen en dat maakt het debat nu heel moeilijk. Veel landbouwers hebben al veel investeringen gedaan en denken: "Toen was het genoeg, nu niet meer, waarom niet?" Dat maakt de menselijke impact van die politieke beslissingen heel groot."
Maar er zijn wel manieren om probleem op te lossen
Want er zijn wel degelijk manieren om het stikstofprobleem ook in de landbouw op te lossen. "Je kan aanpassen wat je gaat produceren, je veestapel aanpassen, andere gewassen telen, maar zo'n verandering is niet evident. Gepaste begeleiding zal nodig zijn", zegt professor Vranken.
Volgens De Pue spreekt men in Nederland ook al uit welk soort landbouw men op termijn wil (men spreekt onder meer van kringlooplandbouw) en dat doet men in Vlaanderen nog niet. "Nederland bekijkt de zaken ook meer geïntegreerd, ze proberen daar samen met het stikstofprobleem ook andere uitdagingen rond onder meer water en bodem aan te pakken."
De budgetten om het probleem aan te pakken zijn ook erg uiteenlopend. Vlaanderen trekt op dit moment 3,6 miljard euro uit om het stikstofprobleem aan te pakken (2,4 miljard landbouw, 1,2 miljard voor natuurherstel), Nederland 31 miljard. "Nederland is drie keer zo groot als Vlaanderen, maar dan nog is dit een substantieel verschil", zegt De Pue.
BEKIJK - Bram Bombeek, landbouwjournalist VILT, en Bruno Tobback, Vlaams Parlementslid Vooruit, gaan in "Terzake" in debat over het stikstofakkoord:
