Rapport toont aan: vergrijzing doet sociale kosten serieus oplopen, tegen 2050 zelfs tot 30 procent van het bbp
De vergrijzing doet de sociale kosten in ons land tegen 2049 stijgen tot 29,7 procent van het bbp. Dat blijkt uit cijfers van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. In 2019 ging het nog om 24,5 procent.
De vergrijzing van de bevolking laat zich vooral voelen in een stijging voor de uitgaven van de pensioenen van 10,5 tot 13,5 procent van het bbp en van de kosten voor de gezondheidszorg van 7,8 tot 10,5 procent. Van 2050 tot 2070 zouden de sociale kosten stabiel blijven of zelfs lichtjes dalen tot 29,5 procent.
De commissie merkt op dat de evolutie van de cijfers sterk afhankelijk is van de productiviteitsgroei in ons land en de werkgelegenheidsgraad. Als de productiviteitsgroei op lange termijn beperkt blijft tot 1 procent in plaats van 1,5 procent, doet dit de sociale kosten stijgen tot 31,8 procent van het bbp, dus 2 procentpunten meer.
Volgens de langetermijnvooruitzichten van de commissie, zou de werkgelegenheidsgraad van de 20-tot 64-jarigen uitkomen op 74,6 procent in 2030, dus ruim onder de 80 procent-doelstelling die in het regeerakkoord is opgenomen. Om die 80 procent te halen moet het aantal mensen dat zich aandient op de arbeidsmarkt aanzienlijk stijgen, zegt de commissie. Een daling van de werkloosheidsgraad alleen zal niet volstaan.