Alleen tijd om te sporten tijdens het weekend? Ook dat is goed voor je gezondheid
Tijdens de week te moe of te druk om 's avonds nog een workout te doen? Goed nieuws: al je sportieve inspanningen bundelen in een of twee lange sessies in het weekend is even goed voor je gezondheid als ze allemaal spreiden doorheen de week. Dat moet blijken uit een studie die gegevens van meer dan 350.000 mensen analyseerde.
Herkenbaar of niet, Je wĆl wel bewegen om fit te blijven, maar wanneer? Overdag zijn we dikwijls bezig met studie, werk, huis, tuin en/of gezin, 's avonds hebben we vaak geen tijd of zin meer om ons in onze sporttenue te hijsen. Nochtans heeft onze gezondheid baat bij lichaamsbeweging. Heel wat mensen plannen sport dan maar in tijdens het weekend. En om zeker aan voldoende lichaamsbeweging te geraken, maken ze er langgerekte sessies van.
In Engelstalige landen worden ze wel eens weekend warriors genoemd, "weekendstrijders", zij die in die twee dagen al hun lichaamsbeweging voor een hele week doen. Maar is het voor je gezondheid niet beter om alles doorheen de week te spreiden? Met andere woorden: zijn mensen die meerdere korte periodes van beweging doorheen de week inplannen beter af dan de weekend warriors? Over die vraag heeft een team internationale wetenschappers zich gebogen.
Fysiek actief versus fysiek inactief
Ze haalden er de US National Health Interview Survey bij, de Amerikaanse nationale gezondheidsenquĆŖte waarbij burgers allerlei vragen over gezondheid en levensstijl voorgeschoteld krijgen. Ze analyseerden de antwoorden van 350.978 volwassenen op vragen over lichaamsbeweging, geregistreerd tussen 1997 en 2013. Mensen met kanker, longbeschadiging, chronische bronchitis, hartziekten, of beroerte en mensen met beperkingen die het hen moeilijk maakten om matige tot hoog intense fysieke inspanningen te leveren, werden niet in de studie opgenomen.
Internationale aanbevelingen stellen dat je best minstens 150 minuten van matig intense fysieke activiteit per week kan doen. Dat komt overeen met een wandelingetje, een klein fietstochtje, een partijtje dubbelspel in het tennis... Of je doet minstens 75 minuten hoog intense fysieke activiteiten. Denk aan hardlopen, zwemmen, voetballen... Een combinatie kan uiteraard ook.
De wetenschappers verdeelden de deelnemers aan het onderzoek in twee categorieƫn: zij die de aanbevelingen haalden (fysiek actief) en zij die de aanbevelingen niet haalden (fysiek inactief). Het merendeel van de deelnemers zat in de eerste groep. Binnen die eerste groep maakten de wetenschappers nog een onderverdeling tussen weekend warriors (1 of 2 sportsessies per week) en regelmatig actief (minstens 3 sessies per week), en vervolgens nog eens op basis van frequentie, duur van een sessie en intensiteit.
Wat beveelt de WHO aan voor gezonde volwassenen (18-64 jaar)?
- Doe minstens 150 tot 300 minuten van matig intensieve fysieke activiteit per week
- Of: doe minstens 75 tot 150 minuten van hoog intensieve fysieke activiteit per week
- Of: doe een equivalent van die tijd een combinatie van beide vormen
- Doe minstens 2 dagen per week spierversterkende activiteiten op matige of hogere intensiteit waarbij alle spiergroepen betrokken zijn
- Meer dan 300 minuten aan matig intensieve activiteit of meer dan 150 minuten aan hoog intensieve activiteit, of een combinatie, mag
- Beperk de tijd waarin je neerzit en vervang die door fysieke activiteit van eender welke intensiteit
- Om de schadelijke effecten van lange periodes van zitten te compenseren, zouden volwassenen ernaar moeten streven om langer dan de aanbevolen tijd te bewegen
Overlijdensrisico
Die gegevens werden vervolgens gelinkt aan de National Death Index, die de mortaliteitscijfers in de Verenigde Staten bijhoudt. De wetenschappers bekeken het overlijdensrisico voor algemene oorzaken, maar ook naar het overlijdensrisico bij twee specifieke oorzaken (hart- en vaatziekten en kanker).
In vergelijking met fysiek inactieve mensen (die dus niet aan de aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging kwamen) hadden fysiek actieve mensen lagere overlijdensrisico's, zowel voor algemene als specifieke oorzaken. Het verschil tussen weekend warriors en regelmatige sporters wasĀ verwaarloosbaar. Met andere woorden: het maakte niet uit of je nu in meerdere, kortere sessies sportte of in een of twee lange workouts, het gezondheidsvoordeel was hetzelfde.
Wie een actief patroon van lichaamsbeweging aanhoudt, zij het enkel in het weekend of regelmatig, heeft een lager overlijdensrisico dan wie niet fysiek actief is.
Het lijken dus niet zozeer de momenten waarop je sport te zijn die je gezondheid beĆÆnvloeden, wel of je voldoende beweging hebt. "Het onderzoek suggereert dat wie een actief patroon van lichaamsbeweging aanhoudt, zij het enkel in het weekend of regelmatig, een lager overlijdensrisico heeft dan wie niet fysiek actief is", schrijven de onderzoekers. "Er werden geen significante verschillen gevonden tussen weekend warriors en regelmatige actieve mensen. Wie de aanbevolen hoeveelheid lichaamsbeweging haalt, heeft een voordeel, of die lichaamsbeweging nu doorheen de week of geconcentreerd in het weekend plaatsvindt."
Goed nieuws, maar...
Goed nieuws dus voor mensen die wil willen sporten, maar tussen alle dagelijkse bezigheden door niet de tijd vinden. "Tijd wordt vaak aangehaald als een reden om niet te sporten", zegt professioneel fitnesscoach Dana Santas aan CNN. "Begrijpelijkerwijs willen mensen geen slaap opofferen of de avondmaaltijd met het gezin missen door te gaan sporten. We hebben slaap nodig, en samen eten met het gezin vergroot de kans dat je gezonder eet."
Al maakt ze ook enige kanttekeningen. Het effect van regelmatige, dagelijkse fysieke activiteit op slaap, blessures en mentale gezondheid werd niet in het onderzoek opgenomen. "Als je de hele week voornamelijk neerzit en in het weekend volop gaat sporten, kan je gevoeliger zijn voor blessures", zegt ze. "En dagelijks voldoende bewegen bevordert ook je nachtrust en slaapkwaliteit." Eerdere onderzoeken wezen ook al op het positieve effect van lichaamsbeweging op je mentale gezondheid.
Aandachtspunten
De wetenschappers formuleren zelf ook enkele aandachtspunten. Ze wijzen erop dat hun onderzoek een observatiestudie was, er was geen sprake van klinische onderzoeken of experimenten. De gegevens over lichaamsbeweging zijn zelf gerapporteerd: de deelnemers moesten zelf antwoorden geven op vragen over (de mate van) hun fysieke activiteit. Dat is mogelijk niet altijd objectief. Ook eetpatronen en andere variabelen hebben een invloed, maar die gegevens werden niet in hun studie betrokken.
Toch is de studie niet zonder betekenis, omdat ze over een periode van 10 jaar liep en meer dan 350.000 deelnemers omvat. De onderzoekers vragen dat er nog uitgebreider onderzoek volgt waarin onder meer gegevens over subjectief en objectief gemeten fysieke activiteit worden samengevoegd.