Chinese economie krimpt door strenge coronabeleid

De afgelopen 3 maanden is de Chinese economie met 2,6 % gekrompen, dat is de slechtste prestatie sinds het begin van de coronacrisis in de lente van 2020. Vooral de regio rond Shanghai deed het slecht, daar kromp het BBP - Bruto Binnenlands Product -  13,7%. In april en mei ging de miljoenenstad wekenlang op slot. Door een verstoring in de toeleveringsketens moesten fabrieken noodgedwongen de productie opschorten.

Maar ook in Peking en vele andere miljoenensteden waren er in de lente strenge coronamaatregelen van kracht. Zo waren scholen, horeca en sportclubs er een tijdlang gesloten en waren volledige wijken in quarantaine. De Chinese overheid hanteert nog altijd een 'zero-covidbeleid', dat wil zeggen dat er strenge maatregelen worden uitgevaardigd van zodra er enkele besmettingen ontdekt worden. Ook nu zijn opnieuw verschillende wijken in Shanghai in lockdown.

Op jaarbasis blijft de groei van de Chinese economie hangen op 0,4 %. Dat is veel minder dan de overheid had vooropgesteld. Economisten vrezen dat de slecht presterende Chinese economie zou kunnen leiden tot een wereldwijde recessie. "Het risico van stagflatie in de wereldeconomie neemt ook toe.", zei een woorvoerder van het Chinese bureau voor statistiek. Er is sprake van stagflatie als de economie vertraagt en de inflatie snel stijgt, bij een hoge werkloosheid.

De eerste cijfers voor het derde kwartaal - van juli tot en met september - tonen beterschap. Toch zijn analisten niet erg optimistisch. Het coronavirus blijft opflakkeren en voorlopig wijkt de overheid niet af van haar strenge beleid. "In het binnenland blijft het effect van de epidemie aanhouden", aldus de woordvoerder van het Chinese bureau voor de statistiek.