2023 Kyodo News

Twee jaar na staatsgreep in Myanmar: internationale bedrijven blijven er zaken doen

Twee jaar na de staatsgreep in Myanmar zijn Amerikaanse, Canadese, Britse en Australische olie- en gasbedrijven nog steeds actief in het land. De internationale bedrijven financieren op deze manier het militaire regime van Myanmar. Dat blijkt uit gelekte belastingdocumenten. Intussen pleegt datzelfde regime misdaden tegen de mensheid. 

In Myanmar vond twee jaar geleden een gewelddadige staatsgreep plaats. Het leger wierp de regering van het land omver en nam de macht over. Over de hele wereld werd verontwaardigd gereageerd. Toch wordt het militaire regime in Myanmar nog steeds indirect gesteund door internationale gas- en oliebedrijven. Dat blijkt uit gelekte belastingdocumenten.

Amerikaanse, Britse, Canadese en Australische gas- en oliebedrijven hebben verschillende projecten lopen in Myanmar waarbij ze gas en olie opboren. Daarnaast leveren de internationale oliegiganten ook essentiële middelen, zoals boren, aan het nationale gas- en oliebedrijf van Myanmar (MOGE). Dat nationale olie- en gasbedrijf MOGE int op zijn beurt belastingen op die internationale gas- en olieprojecten. Omdat MOGE een staatsbedrijf is, deelt ze een deel van haar winst met de staat en dus het militaire regime. Dit leverde het regime maar liefst 1,7 miljard euro op in de voorbije zes maanden. 

De staatsgreep in Myanmar op 1 februari 2021
AFP or licensors

Maar ook de internationale bedrijven boeken winst uit hun olie- en gasprojecten in Myanmar. Uit de uitgelekte belastingsdocumenten blijkt bijvoorbeeld dat de Amerikaanse oliegigant Halliburton acht maanden na de staatsgreep al een winst van 6 miljoen dollar boekte door hun activiteiten in Myanmar. 

Myanmar is een arm land. De natuurlijke rijkdommen zoals olie en gas zijn een grote bron van inkomsten. 80 procent van de olie en het gas wordt geëxporteerd. Thailand en China zijn de grootste exportlanden. 

Staatsgreep en sancties

Op 1 februari 2021 vond een militaire staatsgreep plaats. Die maakte een einde aan een korte periode van democratie in het land. Sindsdien is Myanmar verwikkeld in een bloedig conflict. De noodtoestand is ook uitgeroepen, wat de leiders van het regime meer macht toekent. Er zijn al meer dan 2.900 mensen vermoord, onder wie kinderen en gewone burgers. Volgens de Verenigde Naties (VN) worden er elke dag misdaden tegen de mensheid gepleegd. 

Als reactie hierop hebben verschillende landen sancties ingevoerd tegen Myanmarese bedrijven. Bedrijven die handelen in edelstenen, goud en parels zijn door de Verenigde Staten (VS) al gesanctioneerd. Maar als het aankomt op MOGE, zijn er alleen sancties opgelegd aan een handvol managers.

 Tot nu toe heeft enkel de Europese Unie het bedrijf zelf gesanctioneerd. "We roepen de VS, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Australië op om de EU te volgen en MOGE ook te bestraffen", zegt Yadanar Maung, de woordvoerder van de organisatie "Justice For Myanmar". De internationale media reageert kritisch op deze twijfelachtige houding van de andere landen.

Er hangt bloed aan de handen van alle olie- en gasbedrijven die actief zijn in Myanmar. Omdat ze actief zijn in een industrie die het illegale militaire regime financiert

Yadanar Maung, woordvoerder van "Justice For Myanmar"

De dubieuze rol van de VS is volgens het Amerikaans tijdschrift The New York Times te wijten aan de oliegigant Chevron. Het oliebedrijf lobbyt sinds de Myanmarese staatsgreep bij de Amerikaanse regering tegen sancties. Ze zouden er namelijk veel inkomsten door verliezen. Daarnaast is Thailand een strategisch belangrijke partner van de VS maar het land is ook de grootste importeur van Myanmar. Washington wil geen handelspartner verliezen.

De Britse krant The Guardian heeft de bedrijven om een verklaring gevraagd. Voorlopig reageert enkel oliebedrijf Baker Hughes, ze zeggen dat hun contracten voor de staatsgreep waren vernieuwd. Reacties van de andere bedrijven blijven uit.

Noodtoestand verlengd

Het militaire regime beloofde nieuwe democratische verkiezingen in augustus. Door de zware militaire beperkingen, ging het volgens verschillende mensenrechtenorganisaties geen hoogdag voor de democratie worden. Maar vandaag verlengde het militaire bewind de noodtoestand met zes maanden. Daardoor worden de geplande verkiezingen op de lange baan geschoven. De Nationale raad voor defensie en veiligheid, volledig samengesteld uit militairen, oordeelde dat de toestand van het land "nog niet teruggekeerd is naar normaal". 

Meest gelezen