Slachthuis Verbist in Izegem veroordeeld tot 400.000 euro boete voor fraude met vervallen vlees
De zaakvoerder en de vennootschap achter het vroegere slachthuis Verbist in Izegem zijn veroordeeld tot een boete van in totaal 400.000 euro voor fraude met vervallen vlees. Het slachthuis probeerde onder meer 90.000 kilogram slecht rundsvlees te verkopen aan een supermarkt door te frauderen met de houdbaarheidsdata en de lotnummers.
Slachthuis Verbist in Izegem is intussen al gesloopt, maar de zaakvoeder en de vennootschap erachter werden donderdag door de rechtbank van Ieper veroordeeld voor fraude met vlees. De vennootschap kreeg een boete van 280.000 euro, Verbist moet 120.000 euro betalen.
Tijdens de voorafgaande pleidooien was de procureur niet mals voor Verbist en zijn voormalig slachthuis. “Ze fraudeerden met vlees en het gaat om fraude met hoofdletter F”, klonk het bij de procureur. “De rode draad in twee onderzoeken: Verbist en zijn firma hadden totaal geen kaas gegeten van voedselveiligheid. De opgelegde richtlijnen lagen ergens in een kast stof te vergaren.”
Twee dossiers
“In het eerste dossier ging het niet om één biefstuk, maar om 90.000 kg vervallen vlees dat ze nog aan Colruyt probeerden te verkopen.” De houdbaarheidsdatum van 140 paletten vlees was verkeerd vermeld en de lotnummers waren gewijzigd.
Het tweede dossier dateert uit 2018. “Bij de verkoop van vlees aan Nederland bleken de documenten niet te kloppen, waarop de Nederlanders het vlees terugstuurden.” Op basis van vaststellingen die gedaan werden, werd besloten om het vlees te vernietigen.
