De vijf boeken van de week: de 344 nummers van Bruce Springsteen, de herkomst van onze koekjes en gebak en het Belgische voetbal tijdens WOII
Op 18 juni staat "The Boss" op het podium van TW Classic. In "Bruce Springsteen Compleet" krijg je bij elk van zijn 344 songs het achterliggend verhaal. Regula Ysewijn, bekend van "Bake Off Vlaanderen", vertelt over de herkomst van ons gebak in "Van wafel tot koek".Ā Kurt DeswertĀ schrijft over verzet en collaboratie bijĀ het Belgische voetbalĀ tijdens WOII. Gelukkiger worden op het werk? Stijn Baert en zijn team delen wetenschappelijke inzichten en tips. En er is een nieuwe Salman Rushdie.Ā Dit zijn de vijf boeken die VRT NWS deze week tipt.Ā
De glory days voor Bruce Springsteen (73) zijn nog lang niet voorbij. Zijn concert op de weide van Werchter op 18 juni was in een recordtijd uitverkocht. Fans van de rockheld kunnen zich nu al opwarmen dankzij een nieuw naslagwerk met het verhaal achter elk Springsteennummer: "Bruce Springsteen Compleet. Het verhaal van 344 songs" (uitgeverij Wbooks)Ā van Philippe Margotin en Jean-Michel Guesdon.
344 songs, 100 miljoen verkochte albums
Alles begon toen de kleine Bruce Springsteen Elvis Presley aan het werk zag in de populaire Ed Sullivanshow. Toen werd het muzikale vuur aangestoken en decennia later staat Springsteen met meer dan 100 miljoen verkochte albums aan de wereldtop.Ā
"Bruce Springsteen Compleet", een klepper van 680 pagina's, staat stil bij elke song uit zijn catalogus - 344 in totaal - telkens met anekdotes en allerlei weetjes. Je leest er onder meer over de cruciale ontmoeting met Mike Appel, die zijn producer zou worden, en met Clarence Clemons, de legendarische saxofonist uit de E Street Band.Ā Ā
Over de monsterhit "The River" (1980) verneem je dat Springsteen hiervoor geĆÆnspireerd werd door het lot van zijn zus en schoonbroer, die door de recessie zijn job kwijtraakte.Ā "The River" blijft ook bij de luisteraars van De Tijdloze 100 de favoriete Springsteen. Het nummer staat sinds 1987 onafgebroken in de eindejaarslijst van Stubru en is daarmee de hoogst genoteerde Springsteen-song, schrijft Stijn Van de Voorde in zijn nieuwsbrief.Ā
Waarom we op zondag pistolets eten en op Maria-Lichtmis pannenkoeken bakken, lees je in āVan wafel tot koek. Gebak uit het hart van de Lage Landen voor alle feesten van het jaar" van Regula Ysewijn (uitgeverij Carrera Culinair), bekend van het Play4-programma "Bake off Vlaanderen". Ysewijn dook voor dit boek in oude kookboeken en manuscripten en onderzocht schilderijen met stillevens van eten.
Pistolets op zondag
Welk soort brood je at, werd lang tijd bepaald door je status: donker roggebrood was er voor arme mensen, de fijne tarwebloem was de duurste bloem en alleen maar voor de meer gegoede burgers. Een pistolet of sandwich at de armere bevolking enkel bij speciale gelegenheden. Door de toename van de welvaart verscheen de pistolet ook op zondag op tafel. In haar research ontdekte Ysewijn dat donker brood door de allerrijksten op doktersvoorschrift werd gegeten: in een medisch manuscript raadde een arts zijn patiĆ«nten aan "een snee roggebrood van de armen" te eten.Ā
De vollaard
Heel wat culinaire tradities zijn verdwenen, vertelt Ysewijn op Radio 1. Sommige verhalen over de geschiedenis van gerechten lezen bijna als sprookjes. Zoals dat van de vollaard.Ā
Een vollaard is een feestbrood: de bakkers die het nu nog maken zijn op een hand te tellen. Ysewijn ontdekte het op het schilderij "Winterstilleven" van Hans Francken (1581 - 1624). Daarop staat een afbeelding van een heel groot brood waaraan plaatjes hangen. Die plaatjes zijn beschilderd met - soms bijbelse - taferelen. De kinderen kregen op nieuwjaar zoān vollaard, en net zoals de flippoās in de chipszak, werden die tabletjes verzameld en bewaard. Met het verdwijnen van dit brood is ook de volkskunst die ermee samenhing, verdwenen.Ā
In het boek staan heel wat foto's en recepten. Ysewijn wil de consumptie van suiker niet promoten. "Eet met mate, gebak is voor bijzondere gelegenheden, zoals de titel van het boek aangeeft".Ā
Ook tijdens WOII werd er op nationaal niveau gevoetbald, maar waren er geen Joden te vinden op en naast het veld.Ā In "Schwalbe, het verzwegen verhaal van het Belgisch voetbal tijdens Wereldoorlog II" (uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts) zoomt Kurt Deswert in op een aantal opvallende figuren uit de voetbalwereld uit die tijd.Ā
Louis Deceuninck
Zo is er Louis Deceuninck: Antwerpdoelman en in het dagelijkse leven jurist en sportjournalist bij de Duitsgezinde krant "Volk & Staat". "Op dat moment waren er geen profvoetballers", legt Deswert uit op Radio 1. "Naast het voetbal had iedereen dus nog een vaste job. Deceuninck was sportjournalist en studeerde rechten. Hij was ook doelman in het nationaal studentenelftal, waar hij veel voetballers leerde kennen die later in de nationale ploeg terechtkwamen."
In zijn artikels had Deceuninck het over de suprematie van Duitse voetballers, vaak met antisemitische ondertoon. "Na de oorlog is daar een proces van gekomen, waar hij werd verdedigd door Standardspits Kapelle. Hij was verzetsman en later een bekend assisenadvocaat in Luik. Kapelle speelde samen met Deceuninck in het nationale studentenelftal. Ze hebben jarenlang dezelfde kleedkamer gedeeld en dat is een van de redenen waarom hij hem wilde verdedigen", vertelt Deswert.Ā
Marc Turfkruyer
In het boek heeft Deswert het ook over Marc Turfkruyer, een Nederlandse scheidsrechter met internationale allure van joodse afkomst die een aanvraag deed om Belg te worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er geen joden meer te vinden op of naast het veld. Turfkuyer wilde opnieuw wedstrijden fluiten, maar de Belgische voetbalbond weerde joodse scheidsrechters. Zijn hele familie, die de Belgische nationaliteit nog niet had, werd opgepakt tijdens de razziaās in Antwerpen in de zomer van 1942. Turfkruyer dook onder, zijn schoonbroer, Beerschoticoon Sam Meljado, werd weggevoerd.
Deswert staat ook stil bij de rol van de Vlaamse Voetbalbond, opgericht als tegenhanger van de Belgische Voetbalbond. "Dat orgaan groeit stilaan uit tot een collaboratieorganisatie", vertelt hij. "Figuren zoals Robert Verbelen - één van de meest beruchte Vlaamse oorlogsmisdadigers van WOII - zorgden ervoor dat de Vlaamse Voetbalbond een politiek vehikel werd."
Na een bevraging waaraan 3.000 Vlamingen hebben deelgenomen, formuleren Stijn Baert, arbeidseconoom aan UGent,Ā en zijn team antwoorden op vraagstukken over de werkvloer in het boek "In conflict gaan met je baas en andere manieren om je loopbaan in eigen handen te nemen" (uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts).
Pesten op het werk
In het boek geven wetenschappers tips op basis van nieuw onderzoek en experimenten op vlak van solliciteren, promoveren en van job veranderen. Opvallend is dat er ook heel wat vragen kwamen over pesten. "7% van de werknemers voelt zich het afgelopen jaar gepest, niet eenmalig maar gedurende langere periode", vertelt Baert op Radio 1. "We zien dat mannen mannen Ʃn vrouwen pesten en dat vrouwen enkel vrouwen pesten en dat ook meer en meer leidinggevenden hieronder lijden door de online mogelijkheden waardoor het anoniem kan."
Zet je camera uit
Het is een boek geworden voor het brede publiek en niet enkel voor wetenschappers, met heel wat zelftesten die onder meer bepalen watĀ jouw stijl is en wat jouw valkuilen dan zijn. Voor wie van werk wil veranderen, is er een wetenschappelijk onderbouwd stappenplan.Ā Links en QR-codes leiden de lezer naar videomateriaal en online extra's bij het boek, onder meer over leren netwerken en hoe je via LinkedIn je netwerk digitaal kan onderhouden.
Een ander hoofdstuk is gewijd aan ons digitaal welzijn op het werk. Corona zorgde voor een opmars van videovergaderingen, wat leidt tot "een vermoeid hoofd". "Vermijd je eigen smoel, zorg dat je tijdens al die vergaderingen niet altijd je eigen beeld ziet en zet die camera uit", tipt Baert. Dit is alvast één manier om je digitaal welzijn op te krikken.
LUISTER: "Zet die camera uit" - Stijn Baert over videovergaderen in "Nieuwe Feiten" (Radio 1)

"Conflicten op de werkvloer vermijden is een klassieke valkuil"
Zowat een half jaar na de aanslag op zijn leven verschijnt "Victoriestad" (uitgeverij Pluim), de nieuwe roman van de Brits-Indiase schrijver Salman Rushdie. Dat dit boek nu uitkomt,Ā is voor hem een enorme overwinning op wat er gebeurd is, vertelt Rushdie in een interview met het Amerikaanse tijdschrift "The New Yorker".
HindoeĆÆsme en de Verlichting
"Victoriestad" gaat over de hoofdstad van het rijk Bisnaga, gesticht door de halfgodin Pampa Kampana. Bisnaga verwijst naar een rijk dat echt heeft bestaan van de 14e tot de 17e eeuw, en een groot deel van Zuid-India innam. Door de handel met China en Venetië kende de staat welvaart en was het een bakermat voor nieuwe ideeën.
Als negenjarige is Pampa Kampana getuige van de "sati" of weduweverbranding: een Indiaans hindoeritueel waarbij echtgenotes zich op de brandstapel van hun overleden man gooien. Ook Pampa Kampanaās moeder doet dit en laat haar verweesd achter. Na deze traumatische gebeurtenis wil het meisje ervoor zorgen dat geen enkele vrouw in de toekomst nog gedwongen wordt om "sati" te plegen en dat mannen op een andere manier naar vrouwen kijken.
Hiermee is de feministische toon van de roman gezet, vertelt Catherine Vuylsteke in haar recensie op Klara. Pampa Kampana sticht de stad Bisnaga en wil er koningin worden, maar die taak is weggelegd voor een man. Als macht achter de troon ijvert Pampa Kampana voor "een koninkrijk van liefde en verdraagzaamheid". "Haar gedachtegoed is een beetje hindoeĆÆsme meets Verlichting, getransponeerd naar een feminisme uit de 21e eeuw", vindt Vuylsteke.Ā
Volgens Vuylsteke wil Rushdie bij monde van Pampa Kampana de suprematie van één religie of één ideologie aan de kaak te stellen en doet hij dit volgens zijn vertrouwde recept. Het is een meeslepende roman geworden, waarin magisch realisme gecombineerd wordt met een duik in geschiedenis, en dat geschreven in Rushdies weergaloze stijl.