“Breng geen jonge haasjes binnen”: Natuurhulpcentrum Oudsbergen lanceert opvallende oproep

Het Natuurhulpcentrum van Oudsbergen lanceert een opvallende oproep om geen haasjes meer binnen te brengen, tenzij er echt iets mis is. Doordat jonge haasjes vaak alleen worden gelaten door de moeder, denken veel mensen dat het diertje gered moet worden, terwijl het eigenlijk perfect in orde is.

“Jonge haasjes: afblijven!” Zo opent de oproep op de sociale media van het Natuurhulpcentrum. “Als mensen tijdens een wandeling een jong haasje vinden op open veld, lijkt het soms of er iets mis is. Maar eigenlijk is dat meestal gewoon de normale situatie”, legt Frederik Thoelen van het Natuurhulpcentrum uit. “Die diertjes zijn dan ook makkelijk op te pakken, en dat wordt soms onterecht gedaan. Het is het beste om zo’n diertje te laten zitten.”

De jongen alleen laten zitten is voor hazen, anders dan voor mensen, dan ook verstandig gedrag. “Omdat jonge hazen open en bloot geboren worden, is de kans op ontdekking door roofdieren heel groot”, legt Thoelen uit. “Daarom zijn ze ook zo goed gecamoufleerd. Maar als de moeder er dan heel de dag bij gaat zitten, is de kans op ontdekking door roofdieren natuurlijk nog groter.” Daarom blijft de “moer”, de moederhaas, dus afwezig. “Ze komt slechts 1 keer per dag het jong melk geven, maar dat is dan wel extra veel en extra vette melk.”

Mensengeur

Wanneer mensen denken dat er iets mis is en een gezond haasje oppakken, kan dat problemen leveren. “Dan hangt er mensengeur aan vast, en de moederhaas herkent die niet of vindt die vijandig. Terugzetten is dus heel moeilijk”, zegt Thoelen. “Wij kunnen dat haasje wel groot brengen, maar het is zowel voor ons als voor het haasje beter dat het gewoon bij de moeder kan blijven.” Toch is dat niet altijd het geval. “Als de hond er al aangezeten heeft, of het is gebeten door een kat, of het is gekwetst of doorweekt en zwak, dan is het natuurlijk wel nodig om een haasje binnen te brengen.”

Het Natuurhulpcentrum wijst erop dat haasjes vaak ook verward worden met wilde konijntjes, en geeft enkele tips om de soorten uit elkaar te houden. “Jonge konijntjes worden in hun hol geboren, onder de grond. Dan zijn ze kaal en blind. Jonge haasjes worden open en bloot op het veld geboren. Die hebben ook al een dikke vacht, de oogjes zijn ook al open”, zegt Thoelen. “Als het diertje dus kaal en blind is, is het zeker een konijntje. Bovendien is een konijntje meer egaal van kleur, terwijl een haasje bruin en zwart gevlekt is.”

Als je denkt een haasje te zien, maar twijfelt of het hulp nodig heeft, kan je altijd contact opnemen met het Natuurhulpcentrum. “We kijken dan meteen, en voorkomen dat mensen het dier onterecht gaan aanraken”, besluit Thoelen.

Meest gelezen