Slachtoffers zijn belangrijker dan bewijzen, ook na verkrachting in de oorlog
Volgens Liesbet Stevens van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen mag de "strijd tegen straffeloosheid nooit boven de belangen van slachtoffers geplaatst worden". Dat schrijft ze na de tweedelige documentaire "Verkracht aan het front" van journaliste Inge Vrancken.
Seksueel oorlogsgeweld treft vrouwen en mannen, kinderen en bejaarden. Vaak is het een bewuste en gruwelijke oorlogsstrategie met als doel een hele gemeenschap te demoraliseren en zo hun verzet te breken. Door soldaten die vrouwen bezwangeren zodat ze "kinderen van de vijand" voortbrengen of door de voortplantingsorganen van vrouwen of mannen te vernietigen zodat ze geen kinderen meer kunnen krijgen, wordt seksueel geweld zelfs ingezet voor etnische zuivering.
Ook wie vlucht voor oorlogsgeweld wordt slachtoffer van seksueel geweld. "Verkracht aan het front" richt de blik op de horror van seksueel geweld in oorlogstijden, een problematiek die tot voor kort bijna steeds buiten beeld bleef. In haar boek “Ons lichaam, jullie slagveld” stelt Christina Lamb dat verkrachting “het goedkoopste wapen (is) dat de mens kent. Het verwoest families en vaagt dorpen leeg. Het maakt paria’s van jonge meisjes die een einde aan hun leven wensen voor het goed en wel begonnen is. Het brengt kinderen voort die hun moeders elke dag aan hun beproeving herinneren en vaak door hun gemeenschap worden verstoten als "slecht bloed". En het wordt bijna altijd genegeerd in de geschiedenisboeken.”
Erover praten is vaak erg moeilijk: slachtoffers gaan gebukt onder schuld en schaamte.
Seksueel geweld heeft zware gevolgen voor slachtoffers. Dat is niet anders in oorlogstijd. Erover praten is vaak erg moeilijk: slachtoffers gaan gebukt onder schuld en schaamte. Het verhindert hen om hulp te zoeken of om te spreken met – vaak mannelijke – onderzoekers of aanklagers van oorlogsmisdrijven.
In 2008 nam de VN-Veiligheidsraad unaniem Resolutie 1820 aan die stelt dat “verkrachting en andere vormen van seksueel geweld een oorlogsmisdaad, een misdaad tegen de menselijkheid of een constituerende daad wat betreft genocide zijn”. Tot op de dag van vandaag heeft het Internationaal Strafhof nog geen enkele definitieve veroordeling wegens oorlogsverkrachting uitgesproken.
Het is cruciaal dat de samenleving slachtoffers (juridische) erkenning en gerechtigheid biedt.
Het is cruciaal dat de samenleving slachtoffers (juridische) erkenning en gerechtigheid biedt. Daartoe moet de omvang van het fenomeen in kaart gebracht worden, moeten bewijzen verzameld worden, moeten misdadigers berecht worden en moeten daden die onderdeel waren van een oorlogsstrategie als oorlogsmisdaden erkend worden.
Maar daar past één essentiële kanttekening bij: de strijd tegen straffeloosheid mag nooit boven de belangen van slachtoffers geplaatst worden. Zorg dus éérst voor de juiste hulpverlening met oog voor alle noden van slachtoffers. Hoe? Door een veilige omgeving te creëren waar het slachtoffer centraal staat en waar zij of hij vrij en zonder gevolgen kan spreken over wat gebeurd is. Nadien kunnen er – met medewerking van het slachtoffer – eventueel verdere stappen ondernomen worden, maar dit mag niet de focus of het doel van de hulpverlening zijn.
Wat wil het slachtoffer?
Slachtoffers van seksueel geweld moeten zo snel mogelijk toegang krijgen tot medische, forensische, en psychische hulp, en – als ze dat wensen – tot de hulp van politie en justitie. Precies omdat slachtoffers van seksueel geweld op de meest invasieve manier de controle over hun intieme leven ontnomen werd, is het belangrijk dat zij opnieuw controle krijgen, en dus zelf kunnen beslissen wat ze vertellen, aan welk tempo dit gebeurt en wat eventueel de volgende stappen zijn.
Die aanpak waarbij het slachtoffer centraal staat en op één plaats allesomvattende zorg krijgt, is in België gekend van de Zorgcentra na Seksueel Geweld (ZSG). Eenzelfde laagdrempelige en holistische aanpak is ook nodig voor slachtoffers van seksueel oorlogsgeweld.
Maak seksueel oorlogsgeweld bespreekbaar
Om seksueel oorlogsgeweld bespreekbaar te maken, heeft het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen – samen met migrantenorganisaties en Oekraïense vluchtelingen – een toolkit uitgewerkt voor professionals die in contact komen met vluchtelingen.
De toolkit bestaat uit praktische richtlijnen voor communicatie met Oekraïense vluchtelingen over seksueel geweld en informatie over hulp- en doorverwijzing. Daarnaast werden er psychosociale- en socioculturele projecten uitgewerkt om (Oekraïense) vluchtelingen te ondersteunen die (mogelijks) slachtoffer zijn van seksueel geweld. De Belgische regering heeft bovendien 2,5 miljoen euro vrijgemaakt voor het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties en het Global Survivor Fund om psychologische en juridische bijstand te bieden aan slachtoffers van seksueel geweld in Oekraïne.
“De verzwegen oorlogsmisdaden tegen vrouwen” is de ondertitel van het boek van Christina Lamb. Met de documentaire “Verkracht aan het front” wordt uitdrukkelijk niet weggekeken. Het is een eerste stap voor een hoogstnoodzakelijk gesprek over wat nodig is voor deze slachtoffers, nu en later.
"Verkracht aan het front", de tweedelige documentaire van VRT NWS-journaliste Inge Vrancken, kan je bekijken op VRT MAX.
VRT NWS wil op vrtnws.be een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat over actuele thema’s. Omdat we het belangrijk vinden om verschillende stemmen en meningen te horen publiceren we regelmatig opinieteksten. Elke auteur schrijft in eigen naam of in die van zijn vereniging. Zij zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. Wilt u graag zelf een opiniestuk publiceren, contacteer dan VRT NWS via moderator@vrt.be.