Langer studeren leidt tot meer bijziendheid, blijkt uit grootschalige Britse studie 

Tussen 2006 en 2010 werden in totaal 107.442 mensen tussen 40 en 69 jaar oud (geboren tussen 1939 en 1970) opgevolgd in een grootschalige Britse studie. De respondenten werden ingedeeld in verschillende leeftijdsgroepen om te kunnen vergelijken in welke leeftijdsgroep myopie of bijziendheid het meest voorkomt. Dat is een oogafwijking waarbij je moeite hebt om objecten in de verte scherp te zien.

Het resultaat: hoe jonger de leeftijdsgroep, hoe groter de kans op bijziendheid. Waar 20 procent van de oudste leeftijdsgroep (geboren tussen 1939 en 1944) bijziend werd, steeg dit tot 29,2 procent bij de jongste leeftijdsgroep (geboren tussen 1965 en 1970). 

"Hoogstwaarschijnlijk ligt dat aan de veranderde levensstijl", reageert professor Bart Leroy bij "Nieuwe feiten" op Radio 1 op de resultaten. Hij is opleidingshoofd oftalmologie (oogheelkunde) aan de UGent en diensthoofd van de afdeling oogheelkunde van het UZ Gent.

"In de periode tussen 1939 en 1970 is er heel wat veranderd. Zo gaat men vaker voor een diploma na 18 jaar. Daardoor zitten we vaker dichtbij te kijken en het lijkt dat daar een serieuze associatie mee is", verklaart hij. Door dichter en dichter te kijken, naar onze studieboeken bijvoorbeeld, zijn we dus bijziender geworden.

"Het is zo dat wanneer we dichtbij kijken, we een actieve inspanning leveren met een spier midden in ons oog", legt Leroy uit. "Als je dat heel vaak doet, heeft het oog de neiging om die spier langer te maken om zo minder inspanning te moeten leveren. En wanneer je die ooglengte of de aslengte van je ogen laat toenemen, word je bijziend." Je moet dan minder inspanning leveren om dichtbij scherp te stellen, maar objecten in de verte scherp waarnemen, wordt moeilijker.

De studie onderzocht enkel oudere generaties, maar de vraag stelt zich of dit niet nog erger is bij jonge kinderen door schermgebruik. Dokter Leroy ziet dat alvast wel. "In de jongste generaties is er een enorme explosie van bijziendheid. Het is nog erger geworden, dat zien we in de ziekenhuizen", stelt hij.

Oogheelkundigen pleiten daarom voor de 20-20-2-regel. Dat betekent dat je na elke twintig minuten dichtbij kijken 20 seconden in de verte moet kijken. "Zo ga je je spieren even niet opspannen en die kleine ontspanning heeft een duidelijk effect op de evolutie van bijziendheid", weet Leroy.

"De '2' in de 20-20-2-regel staat voor twee uur buitenspelen", vervolledigt hij. Dat kan volgens Leroy al door met de fiets of te voet naar school te gaan. "Het is blijkbaar het blootstellen aan de buitenlucht, maar ook vooral het licht buiten en het feit dat je ver kijkt dat een goede invloed heeft op de ontwikkeling van bijziendheid."