Achter het vinden van de juiste belichting schuilt een heel proces. Ontdek hier hoe de lichtontwerpers te werk gaan.
Belichting is zoveel meer dan gewoon hier en daar een lamp ophangen. In essentie gaat het over de sfeer van een programma. Lichtontwerpers bepalen samen met hun team hoe dat programma er moet uitzien, in overeenstemming met de inhoud. Moet iets zakelijk of ontspannend aanvoelen? Terzake is bijvoorbeeld iets harder, Het journaal is clean en wit, en een programma als Vive le vélo voelt feeërieker en meer outdoor.
Lichtontwerper Karel Perneel: “Achter de belichting zit een hele structuur en uitgebreide voorbereiding om de juiste look and feel te krijgen. Samen met de programmamakers denken we echt na over hoe we tot het beste resultaat kunnen komen waar we ons allemaal in kunnen vinden.”
De essentie van licht zit erin om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij de inhoud. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Bij Het journaal, De zevende dag of Terzake staat het licht bijvoorbeeld niet centraal. De belichting mag niet opvallen, want de inhoud, presentatoren en gasten moeten naar voren komen. Het licht moet daarop afgestemd worden, zonder te overheersen. Mooi licht creëren zonder op te vallen, als het ware.
Karel Perneel: “Bij muziekshows ligt dat helemaal anders. Denk aan Steracteur sterartiest, Het Gala van de Gouden K’s, de slotshow van De Warmste Week… Daar hoort spektakel bij. De nadruk ligt dan net wél op het licht. We mogen uitpakken en indruk maken. Dat is voor het lichtteam uitdagender, maar ook slopender om in elkaar te steken, omdat er veel programmeerwerk bij komt kijken.”
Bij muziekshows ligt dat helemaal anders. Daar hoort spektakel bij. De nadruk ligt dan net wél op het licht. We mogen uitpakken en indruk maken. Dat is voor het lichtteam uitdagender, maar ook slopender om in elkaar te steken.
Aan de belichting gaat een uitgebreide voorbereidingsfase vooraf, waarin het lichtteam nauw samenwerkt met andere departementen om alles te visualiseren. De lichtontwerper maakt technische plannen van de ganse structuur: de metalen in de lucht, de plaats van de lampen en de schermen, het gewone lichtplan… Het decorteam vult dat plan dan verder aan met het fysieke decor. Daarna werkt het lichtteam het plan af met de inwerking van het licht, glow-ups en LED-lijnen.
Belichting is vaak een blijvende zoektocht, want er zijn veel variabelen waarmee het team kan spelen: kleuren en tinten, de schermen, de inhoud, de vormgeving, de mensen…
Karel Perneel: “Ik sta zelf maar zo sterk als de ploeg waarmee ik samenwerk. De verdienste van een geslaagd project ligt grotendeels in de handen van mijn medewerkers. Maar ik zou niets anders kunnen en willen doen. ’t Is het leukste wat er is. Samen met het team creëren we iets uit het niets. Van een lege zaal ga je naar een show met spetterend licht, en dan terug naar een lege zaal. Alsof het er nooit geweest is. We zijn bezig met vergankelijke dingen. Daar zit wel een zekere schoonheid in.”
Vive le vélo
Vive le vélo zendt tijdens de Ronde van Frankrijk dagelijks uit vanop een andere locatie. Het licht verhuist dus telkens mee van de ene plek naar de andere. Om alles in goede banen te leiden, bereidt het team zich grondig voor.
Karel Perneel: “Veertien jaar geleden was Vive le vélo een klein programma en konden we bij wijze van spreken op gelijk welke binnenkoer werken. Tegenwoordig is het programma een pak groter, zijn er veel meer technische zaken en hebben we veel ruimte nodig. Daarom moeten we per locatie nagaan of we daar wel ons ding kunnen doen qua decor en belichting.
Bij Vive le vélo zit de moeilijkheid in het feit dat we overdag in vol zonlicht alles opbouwen, maar pas ’s avonds bij schemerlicht beginnen uit te zenden. We weten vooraf dus niet wat het effect van het licht zal zijn in het donker. Dan merken we pas eenmaal we al op antenne zijn. Vaak moeten we dus tijdens de uitzending zelf nog dingen veranderen aan het licht.
Ik zoek altijd naar een gemeenschappelijke deler in de belichting op de gekozen locaties, zoals dat decoratieve licht-ei boven de tafel. Want we kunnen niet alles meenemen. Daarna is het kwestie van de vrachtwagens laden en vertrekken. Ter plaatse op de set gaat het opbouwen meestal heel vlot. Iedereen kent zijn taak, we werken dan ook al veertien jaar samen.”