15 april 2020 - Arnout Hauben stelt Interactieve kaart met 775 bommenlocaties (1944-1945) voor.
In de derde en laatste aflevering van Ten oorlog: De bevrijding van Vlaanderen vertelt Arnout Hauben het verhaal van de ‘vliegende bommen’ waarmee de Duitsers gedurende de laatste oorlogsmaanden dood en terreur zaaiden in ons land.
De V-bommen (V van ‘Vergeltungswaffen’) waren gesofisticeerde bommen die de Duitsers aan het einde van de oorlog inzetten. Het waren de voorlopers van de hedendaagse raketten, met een zeer groot bereik, maar niet altijd even precies. Ze veroorzaakten dan ook grote ‘collateral damage’ en massaal veel dodelijke slachtoffers. Van de naar schatting 9000 V-bommen die op België werden afgevuurd, waren er 775 die dodelijke slachtoffers maakten, in totaal ongeveer 8000 doden.
De tocht van Arnout in deze derde aflevering begint in Eernegem, waar de eerste dodelijke V-bom viel op 8 juli 1944, en hij eindigt bij de laatste bom die dodelijke slachtoffers eiste, in Kalmthout op 29 maart 1945.
Letterlijk in kaart
Arnout en zijn team hebben die 775 dodelijke bommen op België ook letterlijk in kaart gebracht. Op de deelbare interactieve kaart vind je alle locaties terug, van de eerste tot de laatste dodelijke V-bom in België. Bij elke bom staat het aantal doden en slachtoffers vermeld. In enkele gevallen werd er ook een uitgebreidere uitleg toegevoegd. Je kan er dus voor je eigen stad of gemeente nagaan of er bommen zijn gevallen, waar precies en hoeveel slachtoffers er daarbij vielen.
Je vindt de interactieve ‘bommenkaart’ via deze link.
https://www.een.be/ten-oorlog/v-bommen-in-belgie
Aflevering 3: Wraak vanuit de lucht op maandag 20 april
Oktober 1944, Vlaanderen is bijna helemaal bevrijd. Toch is de oorlogsellende allesbehalve achter de rug. De Duitsers zijn niet van plan zich zomaar gewonnen te geven. Ze hebben nog een vernietigend wapen achter de hand, de V1 en V2 bommen, oftewel de Vergeltungswaffen (de ‘wraakwapens’). Terwijl Londen net na D-day het belangrijkste doelwit was, verplaatsen de Duitsers hun aandacht in oktober 1944 naar Antwerpen. Er volgen zes onzekere maanden van dagelijkse terreur.
In de derde aflevering van Ten oorlog: de bevrijding van Vlaanderen brengt Arnout Hauben het verhaal van de 775 dodelijke V-bommen op België. Hij start bij de eerste V-bom die op 8 juli 1944 in het West-Vlaamse dorpje Eernegem valt. De dorpelingen weten niet wat hen overkomt. De Duitsers ruimen zo snel mogelijk alle schade op, in de hoop geen informatie over hun geheime wapen aan het verzet te lekken. Drie mensen worden er die dag levenloos vanonder het puin gehaald.
Marcel Mahieu is net geen 15 wanneer de eerste V-bom op Vlaanderen valt. Vanuit zijn ouderlijk huis ziet hij de bom nog smeulen. Hij geraakt zelf gewond en hoort de andere slachtoffers om hulp roepen. Drie van zijn buren komen om.
De ramp van Cinema Rex
Daarna trekt Arnout door naar Antwerpen, dat vanaf oktober 1944 het hoofddoelwit is van de Duitse V-bommen. Van alle V-bommen op ons land, belandde bijna 70% in de provincie Antwerpen. De inwoners van Antwerpen leefden in dagelijkse terreur en moesten om de haverklap schuilen voor de dood die uit de lucht kwam gevallen.
Op 16 december 1944 gebeurt het ondenkbare: een V-bom treft de Antwerpse Cinema Rex: 567 mensen komen daarbij om. Het is de zwaarste bomaanslag ooit op Belgische bodem. Robert Steppe (88) is één van de gelukkigen die levend van onder het puin is gekomen.
Nergens veilig
Toch komen de V- bommen ook elders in Vlaanderen terecht. Door technische mankementen aan de bommen of doordat ze uit de lucht worden geschoten door geallieerd luchtafweergeschut, vallen er ook veel vliegende bommen op kleinere steden en op het platteland. Zo ook op kerstavond 1944 in Kalken, waar twee jongens tijdens het schaatsen omkomen. Van hen wordt alleen een verwrongen schaatsje teruggevonden.
De laatste bom en de laatste doden
De 775ste en laatste dodelijke bom valt in de nacht van 28 op 29 maart op Kalmthout. De bominslag is in mysterie gehuld en het is pas na ettelijke contacten met verscheidene archieven dat Arnout ontdekt dat er die nacht twee Britse soldaten zijn omgekomen. Hij spoort hun familie op en vertelt hen via skype over zijn ontdekking. De families zijn geëmotioneerd want na 75 jaar krijgen zij eindelijk antwoorden op vragen waar zij al bijna hun hele leven mee rondlopen. Jim Wolstenholme en William Robert Hicks zijn de twee laatste gesneuvelden van de vreselijke bommenterreur in ons land.
Precies 75 jaar later, temidden van een andere grote crisis, brengt Arnout samen met de gemeente Kalmthout hulde aan beide Britse soldaten door een gedenkplaat te onthullen.
Deel dit artikel op sociale media