19 juli 2021 - Een jaar later dan gepland beginnen op vrijdag 23 juli de Olympische Spelen in Tokio. De VRT trekt opnieuw met een sterke delegatie naar de hoogmis van de sport, commentatoren Inge Van Meensel en Dirk Gerlo zijn twee van de gelukkigen.
Hoe leven zij toe naar deze bijzondere editie en hoe zien hun olympische dagen eruit? We konden ze strikken
voor een duo-interview.
Voor de hoeveelste keer reizen jullie naar de Olympische Spelen?
Inge: “Het worden mijn vijfde Olympische Spelen. In 2004 mocht ik in het Griekse Athene voor het eerst proeven van het hele gebeuren. Griekenland is de bakermat van de Spelen, dus dat maakte mijn vuurdoop extra bijzonder.”
Dirk: “Voor mij begon het enkele edities vroeger, in 1992 in Barcelona. Intussen ben ik dus al toe aan mijn achtste Spelen.”
Jullie hebben er een jaar langer dan gepland op moeten wachten. Heeft dat een grote impact gehad?
Inge: “Op mij toch wel, ik was er even niet goed van. Mijn agenda vol olympische projecten viel volledig in het water, alles moest worden afgezegd of uitgesteld. Ik ben dan maar mijn volledige huis beginnen te schilderen om niet in een zwart gat te vallen. (lacht) Ik leef als journalist heel intensief toe naar de Olympische Spelen, maar op een bepaald moment moet je het belang natuurlijk ook kunnen relativeren.”
Vanaf vrijdag mogen jullie alles weer vanop de eerste rij beleven.
Inge: “Ja, het blijft ondanks alle beperkingen een voorrecht om er in Tokio te kunnen bij zijn. Heel veel mensen zouden in onze schoenen willen staan, dat merk ik bijvoorbeeld aan de ouders van de gymnasten. De mama en papa van Nina Derwael hebben nog nooit een wedstrijd van hun dochter gemist, maar door de coronarestricties kunnen ze niet naar Tokio afreizen. Nina moet haar sportieve hoogtepunt beleven zonder haar familie, die er altijd en overal bij was, dat is hartverscheurend.”
Dirk: “De beleving zal anders zijn, ook in alle overige sporten. Ik herinner mij hoe de ouders van de Belgische hockeyploeg in Rio hun kinderen massaal aanmoedigden. Een deel van die ploeg wil in Tokio hun carrière beëindigen met een olympische titel, maar dat zal dan moeten gebeuren zonder familie en vrienden. Toeschouwers zijn niet toegelaten, maar er zullen wel zo’n 6.000 journalisten ter plaatse zijn. Hopelijk worden we door de lokale bevolking niet als indringers bekeken.”
Inge: “Ik heb me ook afgevraagd hoe de inwoners van Tokio ons zullen onthalen, want in de media horen we dat er lokaal toch veel wantrouwen is. Het doet me denken aan de Spelen in Rio, toen ik in Copacabana werd aangevallen door een arme vrouw uit een favela. Ik was er om verslag uit te brengen van het triatlon, maar die vrouw vond dat journalisten er helemaal niets te zoeken hadden.”
Hoe zullen jullie dagen in Tokio eruitzien?
Dirk: “Voor Sporza Radio zal ik commentaar geven bij het zwemmen en hockey, wellicht ook bij het tennis als Elise Mertens op dreef is. Voor televisie volg ik het triatlon en handbal.”
Inge: “Voor televisie zal ik de turncompetities becommentariëren samen met mijn vaste cocommentator Dirk Van Esser. Dat is alvast een grote brok van tien dagen, daarnaast staat ook de openingsceremonie met collega Christophe Vandegoor en de sluitingsceremonie met collega Eddy Demarez al op mijn kalender. Net als Dirk mag ik misschien ook nog interviews doen bij het zwemmen, dat blijft toch ook wel bijzonder voor mij. Ik heb zelf lang competitie gezwommen en behoorde even tot de preselectie voor de Olympische Spelen van 1988 in Seoel. Ik kwam uiteindelijk tekort, maar van kleins af droomde ik al van de sportjournalistiek. Dat ik nu al naar mijn vijfde Spelen mag, had ik nooit durven dromen.”
Hoe bereiden jullie zich voor op het olympisch avontuur?
Je moet het nieuws zorgvuldig bijhouden doorheen het jaar, anders loop je hopeloos achterop. Ik heb intussen een archief van jaren, met van elke atleet een fiche met verhalen en allerlei codes voor hun belangrijkste prestaties.
Inge
Inge: “Je moet het nieuws zorgvuldig bijhouden doorheen het jaar, anders loop je hopeloos achterop. Ik heb intussen een archief van jaren, met van elke atleet een fiche met verhalen en allerlei codes voor hun belangrijkste prestaties. Hoe beter ik mij voorbereid voel, hoe rustiger ik ben. Zo kan je op de Spelen opzuigen wat er ter plaatse gebeurt.”
Dirk: “Ik schrijf de meeste informatie op in mijn schriftjes. Alles wat ik opgeschreven heb, zit dan normaal gezien wel ergens in mijn hoofd. Zeventig procent van wat je weet gebruik je niet, maar je zou het maar eens kunnen nodig hebben ...”
Moeten jullie fysiek ook in topvorm zijn?
Dirk: “Als je fysiek niet in orde bent, wordt het moeilijk. Ik heb veel gefietst, zo’n 200 kilometer per week en ik probeer ook elke dag 8 uur te slapen. Dat lukt niet altijd, maar ik doe alvast een poging.”
Inge: “Ik heb een sportieve voorbereiding met voldoende slaap ook wel nodig. Ik probeer regelmatig te zwemmen en te fietsen, onlangs heb ik zelfs gewichtjes en een mini-trampoline gekocht. (lacht) Hoe fitter je bent, hoe vlotter je werk op de Spelen verloopt. Het is ook belangrijk om gezond te eten, ook al is daar soms amper tijd voor. Op de Olympische Spelen in Athene moesten we in de turnzaal overleven op koffie en koekjes. In Rio waren er hotdogs, maar daarmee red je het natuurlijk niet een toernooi lang. Sindsdien neem ik naar elke internationale wedstrijd een brooddoos mee om ‘s ochtends boterhammen te kunnen smeren, tot groot jolijt van sommige collega’s.”
Dirk: “De hitte en vochtigheid in Tokio mogen we ook niet onderschatten. Dat zal letterlijk en figuurlijk in de kleren kruipen. Bovendien kom je na een wedstrijd meestal pas om middernacht thuis, daarna drink je nog even iets en enkele uren later rinkelt je wekker al. Het is een regelrechte uitputtingsslag, maar door de adrenaline blijf je overeind. De Olympische Spelen zijn voor een sportjournalist het mooiste wat er is.”
Het is een regelrechte uitputtingsslag, maar door de adrenaline blijf je overeind. De Olympische Spelen zijn voor een sportjournalist het mooiste wat er is.
Dirk
Tot slot, wat zijn jullie sportieve verwachtingen?
Dirk: “In het zwembad verwacht ik opnieuw enkele wereldrecords. Het wordt uitkijken naar nieuwe sterren nu Michael Phelps er na liefst 28 olympische medailles niet meer bij is. In de hockeycompetitie ben ik benieuwd naar onze Red Lions, ook in het triatlon acht ik de kans zeer reëel dat er een Belgische man op het podium zal staan.”
Inge: “Ik kijk vooral uit naar het turnen. Ik heb het voorrecht gehad om de Belgische gymploeg en Nina Derwael in het bijzonder van dichtbij te volgen voor een documentaire op Eén. Als je ziet wat Nina het afgelopen jaar allemaal heeft moeten incasseren, dan vreesde ik soms dat ze zou breken. Ze draait niet zomaar enkele toertjes rond de brug, de druk die op haar schouders ligt is waanzinnig zwaar. Hopelijk kan ze in Tokio al die inspanningen bekronen.”
Deel dit artikel op sociale media