Ga naar de hoofdinhoud
Het verhaal van de arbeidsmigranten in ons land

Het verhaal van de arbeidsmigranten in ons land

17 augustus 2021 - Na Kinderen van de kolonie,
de collaboratie, het verzet en de Holocaust focust
Canvas met Kinderen van de migratie op een ander belangrijk hoofdstuk in onze naoorlogse  geschiedenis. 

Dit jaar is het precies 75 jaar geleden dat België en Italië het eerste akkoord tekenden waarmee arbeidsmigranten naar ons land werden gehaald. Het was het begin van een maatschappelijke omwenteling. Tot ver in de jaren 70 heeft België honderdduizenden arbeidsmigranten naar hier laten komen. Vele anderen volgden uit eigen beweging. Ze waren welkom, want de boomende Belgische industrie had arbeidskrachten nodig. De meesten lieten ook hun kinderen overkomen, bouwden hier een leven uit en engageerden zich in de samenleving. Samen legden ze de kiem voor de diverse maatschappij waarin we vandaag leven.  

Kinderen van de migratie brengt het verhaal van deze mensen in al zijn facetten voor het eerst op televisie. Arbeidsmigranten, hun kinderen en kleinkinderen getuigen over de moeilijke beslissing om alles achter te laten, het zware en vaak gevaarlijke werk, het onbekende land waarin ze terechtkwamen en de vele obstakels die ze overwonnen.

Wat ze vertellen is vaak schokkend: hoe mijnwerkers zonder opleiding de put werden ingestuurd, hoe gezinnen van textielarbeiders in vreselijke krotten werden gehuisvest, hoe agressief de vreemdelingenhaat kon worden. Maar ook hoe culturele verschillen voor grappige misverstanden zorgen, en hoe boeiend een mix van culturele achtergronden kan zijn. De getuigen doorprikken ook talrijke mythes: wist u bijvoorbeeld al dat het arbeiders soms verboden werd om Nederlands te leren?

Naast de reeks komt er ook een live event, een online project in samenwerking met MNM en een educatief pakket voor het onderwijs.

Kinderen van de migratie: vanaf dinsdag 31 augustus om 21.20 u. op Canvas en VRT NU.

Video

Een primeur op televisie

Kinderen van de migratie is een nieuwe titel in de succesvolle reeks ‘Kinderen van’. Daarin blikt Canvas telkens terug op onze recente geschiedenis aan de hand van getuigenissen van mensen die erbij waren. Verschillende generaties komen aan het woord en de kinderen vertellen hoe de keuzes en de ervaringen van hun ouders hun eigen leven hebben bepaald: mondelinge geschiedenis met een directe link naar vandaag.

Met ?Kinderen van de migratie? vertellen we dit verhaal nu voor het eerst in al zijn aspecten, door de ogen van getuigen die het zelf hebben meegemaakt.

Lotte Vermeir, netmanager Canvas

Lotte Vermeir, netmanager Canvas: “Ik ben zeer blij met het nieuwe hoofdstuk in de 'Kinderen van…'-reeks. Arbeidsmigratie is het meest actuele thema tot nu toe: het heeft onze huidige samenleving mee bepaald. Met ‘Kinderen van de migratie’ vertellen we dit verhaal nu voor het eerst in al zijn aspecten, door de ogen van getuigen die het zelf hebben meegemaakt. Dat maakt deze nieuwe reeks enorm relevant. En er komt niet alleen een televisieprogramma, ook daarbuiten kan je iets opsteken: met een online-aanbod voor jongeren, educatieve tools en een event. Een divers en veelzijdig project, dat volledig aansluit bij Canvas.”

?Kinderen van de migratie? is een beklijvende reeks die een uitstekend geïnformeerde terugblik biedt op het recente verleden.

Frank Caestecker, hoofddocent Ugent

Frank Caestecker, hoofddocent vakgroep Algemene Economie Ugent“Het naoorlogse België wilde arbeidskrachten, maar er kwamen mensen, zelfs met kinderen. De reeks “Kinderen van de migratie” laat vooral zij die lang de tweedegeneratiemigranten werden genoemd aan het woord over hun leven in het naoorlogse België. Op een soms lichtvoetige, soms pakkende wijze horen we hoe hun ouders (hard) werkten en hoe deze families zich in dit land een thuis uitbouwden.  Minder vrolijk wordt het wanneer ze evoceren hoe hun aanwezigheid gecontesteerd en gepolitiseerd werd. ‘Kinderen van de migratie’ is een beklijvende reeks die een uitstekend geïnformeerde terugblik biedt op het recente verleden.”

Meer nog dan kennis aan te reiken, betekent deze reeks de erkenning van het verhaal van de ?gastarbeid? als deel van onze Belgische geschiedenis. Ik hoop dat veel leerkrachten met deze reeks aan de slag gaan en erover in gesprek gaan met hun leerlingen.

Naima Charkaoui, oud-voorzitter Minderhedenforum

Naima Charkaoui, oud-voorzitter Minderhedenforum“Het verhaal van de naoorlogse arbeidsmigratie is nog altijd ontstellend weinig gekend, zowel bij het brede publiek als bij de nakomelingen van de gastarbeiders zelf. Deze serie geeft daar een antwoord op. Ze doet dat op een heel mooie en herkenbare manier, vanuit de verhalen van de kinderen van de arbeidsmigranten zelf. Meer nog dan kennis aan te reiken, betekent deze reeks de erkenning van het verhaal van de ‘gastarbeid’ als deel van onze Belgische geschiedenis. Ik hoop dat veel leerkrachten met deze reeks aan de slag gaan en erover in gesprek gaan met hun leerlingen.”

Meer dan televisie

Het belang van de reeks wordt nog onderstreept door de talrijke partners die met de Kinderen van de migratie aan de slag willen.

  • Op woensdagavond 15 september organiseren Canvas, het studiecentrum CESSMIR van de Universiteit Gent, de koepel van sociaal-culturele organisaties Avansa en de Gentse stadsradio Urgent.fm een event in De Krook: 'Kinderen van de migratie: het vergeten verleden'. Vertrekkend van fragmenten uit de reeks brengen getuigen en experts die avond verhalen en duiding voor een live én een online publiek. Tussen 16 en 19 uur zullen de uitzendingen van Urgent.fm bovendien helemaal gewijd zijn aan Kinderen van de migratie, met interviews met de programmamakers en met Gentse getuigen.

  • De VRT zet een project op om jongeren met een migratieachtergrond uit te nodigen hun eigen kijk te geven op het migratieverhaal en hoe het hun leven beïnvloedt. Hun verhalen zullen gedeeld worden op de online en sociale media van Canvas, via VRT NU, maar vooral ook op de VRT-kanalen die zich specifiek op jongeren richten, zoals het Instagram-kanaal nws.nws.nws van VRT NWS en MNM.

  • Uitgeverij Van In ontwikkelt een educatief pakket gericht op het secundair onderwijs, op basis van de beelden en getuigenissen uit de reeks.

De getuigen

Twintig getuigen doen hun verhaal: 13 mannen en 7 vrouwen die behoren tot drie generaties. Ze komen uit Italië, Griekenland, Spanje, Marokko en Turkije en vertegenwoordigen daarmee de landen die, tussen de Tweede Wereldoorlog en de migratiestop van 1974, het grootste aantal arbeidsmigranten hebben geleverd aan de Belgische economie.

Zij of hun (groot)ouders kwamen naar België uit economische noodzaak, om aan politieke onderdrukking te ontsnappen, of zelfs gewoon voor het avontuur. Het waren mijnwerkers, fabrieksarbeiders, huispersoneel. Hun kinderen zijn arbeiders, ondernemers, maatschappelijk werkers, een taxichauffeur en een schooldirecteur. De makers hebben gezocht naar zoveel mogelijk variatie… en toch blijken al deze mensen een bijzonder groot aantal ervaringen te delen.

De afleveringen

Aflevering 1: Het beloofde land

Trein met "gastarbeiders" in station

In de decennia na WOII haalt België honderdduizenden gastarbeiders naar hier. Ze worden verleid met mooie beloften, maar de realiteit is vaak minder rooskleurig: velen van hen worden geconfronteerd met uitbuiting en gevaar. De eerste aflevering van Kinderen van de migratie brengt hun spannende en vaak pakkende verhaal: over de armoede en onderdrukking die hen doen vertrekken, over de angst van jongens die zonder voorbereiding de mijn worden uitgestuurd, over de heimwee van een meisje dat op haar veertiende moederziel alleen in België komt werken.

Meer over deze aflevering.

Aflevering 2: Een nieuw leven

Schooltje in de jaren 70

België was totaal niet voorbereid op de komst van honderdduizenden migranten. Vele gezinnen komen terecht in ongezonde krotwoningen, hun kinderen in scholen waar ze geen woord van de taal verstaan. Ondanks de vaak grappige misverstanden en de vele obstakels bloeien de migrantengemeenschappen. Maar de kinderen hebben het moeilijk: de strenge sociale controle in de eigen gemeenschap beknot velen al even erg als de systematische discriminatie waar ze op school het slachtoffer van zijn.

Meer over deze aflevering.

Aflevering 3: Blijven of terugkeren?

gezin op bezoek bij de familie

De meeste arbeidsmigranten waren nooit van plan in België te blijven. Ze deden alles om zoveel mogelijk te sparen, zodat ze geld naar hun familie konden sturen en later zo snel mogelijk zouden kunnen terugkeren. Deze aflevering vertelt over vakanties in het thuisland waarbij ze als helden worden onthaald, over de moeilijke aanpassing aan een geïmporteerde partner, over de economische crisis die alle plannen overhoop haalt en over onverwachte veranderingen die ertoe leiden dat België toch hun thuis blijft.

Meer over deze aflevering.

Aflevering 4: De spanning stijgt

bordje met opschrift interdit aux chiens et aux italiens

Ook al onthalen veel Belgen de migranten met open armen, toch ontdekken zij en hun kinderen al snel dat racisme en discriminatie diep geworteld zijn. Van de oeroude bordjes “Verboden voor honden en Italianen” tot discotheken die zelfs de kleinkinderen nog altijd niet toelaten, van politici die munt proberen te slaan uit xenofobie tot openlijk racistische politiemensen, en van angstaanjagende verkiezingsuitslagen tot een racistische moord: weinig blijft de getuigen in Kinderen van de migratie gespaard.

Meer over deze aflevering.

Aflevering 5: Hoe lang nog migrant?

Studenten op een trap in een collegezaal

Eén op de drie inwoners van ons land heeft een migratieachtergrond. Wat betekent dat voor hen, en voor onze samenleving? Veel getuigen ervaren hun ingewikkelde identiteit als een grote rijkdom, maar ook als een last. Ze zijn het beu dat er alsmaar etiketten op hen worden geplakt en eisen een eigen plaats op in de Belgische maatschappij. Geïnspireerd door ‘Black Lives Matter’ maakt de jongste generatie een vuist. “’Ga terug naar uw eigen land? Ik bén in mijn eigen land!”

Meer over deze aflevering.

Aflevering 6: Het grote migratie-experiment

De massale arbeidsmigratie in de decennia na de Tweede Wereldoorlog is wellicht het grootste sociale experiment ooit in ons land. Niemand van de honderdduizenden migranten en de miljoenen Belgen die er gewild of ongewild aan deelnamen, is er onveranderd uitgekomen. Hoe hebben wij dat experiment als samenleving aangepakt? Had het anders gekund? Op die vraag zoeken zes experts een antwoord in de laatste aflevering van Kinderen van de migratie.

Meer over deze aflevering.

Wetenschappelijke begeleiding

Het onderzoeksterrein van de geschiedenis van de arbeidsmigratie naar ons land is in volle ontwikkeling. Er was dus geen kant en klaar verhaal om te vertellen en te verfilmen. Het kaderverhaal van deze reeks, over de arbeidsmigratie en haar gevolgen, is daarom gebaseerd op een groot aantal wetenschappelijke studies. Zowel de inhoudelijke opbouw van de reeks als de uiteindelijk gemonteerde afleveringen zijn bekeken en becommentarieerd door een wetenschappelijke begeleidingsgroep van acht experts:

  • Frank Caestecker is doctor in de geschiedenis en hoofddocent aan de vakgroep algemene economie van de UGent. Hij bestudeert o.a. de impact van migratiestromen op de lange termijn.

  • Naima Charkaoui is politicologe en was tien jaar lang voorzitter van het Minderhedenforum. Vandaag  leidt ze de beleidsdienst van 11.11.11. Ze schreef o.a. “Racisme: Over wonden en veerkracht”.

  • Piet Creve studeerde geschiedenis en politieke wetenschappen en is archivaris en onderzoeker bij AMSAB – Instituut voor Sociale Geschiedenis in Gent, waar hij zich specialiseert in de migratie van en naar België.

  • Jozefien De Bock is doctor in de geschiedenis en postdoctoraal onderzoeker aan de UGent. Ze publiceerde onder andere “Parallel Lives Revisited”, een studie van leven en werk van mediterrane migranten.

  • Tina De Gendt is historica in residentie van de stad Gent en auteur van o.a. “Turkije aan de Leie: Kroniek van 50 jaar Turkse migratie naar Gent” en “Vanop de eerste rij: Van multicultuur naar superdiversiteit”.

  • Karim Ettourki studeerde Oosterse talen en culturen en werkt voor het KADOC, het Onderzoekscentrum voor religie, cultuur en samenleving van de KULeuven. Hij specialiseert zich in de Marokkaanse migratie naar België en in religieus erfgoed.

  • Albert Martens is doctor in de sociale wetenschappen en hoogleraar emeritus aan de KULeuven. Hij is één van de grondleggers van het onderzoek naar migratie in ons land.

  • Tom Naegels is journalist en verrichtte de voorbije 4 jaren onderzoek voor wat de eerste omvattende geschiedenis van de migratie naar België is geworden. “Nieuw België: Een migratiegeschiedenis” verschijnt in september 2021.

Kinderen van de migratie is een productie van Canvas en kwam tot stand met steun van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking.

Achtergrondinformatie bij de afleveringen

Het beloofde land

In de decennia na WO II zoeken honderdduizenden buitenlandse arbeiders een beter leven in België. Maar vaak worden ze geconfronteerd met uitbuiting en gevaren.

In 1948, amper enkele jaren na het einde van de Tweede Wereldoorlog, had België de best draaiende economie van Europa. Dat Belgisch mirakel werd gevoed door één onmisbare grondstof: steenkool. Maar de Belgen wilden het vuile en gevaarlijke werk in de koolputten niet meer doen. Daarom importeerde ons land in amper tien jaar tijd meer dan 100.000 Italiaanse arbeiders voor de mijnen.

'Verkocht voor een zak kolen'

In ruil mocht de Italiaanse staat goedkoop kolen invoeren. Of zoals getuige Antonio Andronico het formuleert: “We zijn verkocht voor een zak kolen”. De aspirant-mijnwerkers, die nog nooit een mijn van binnen hadden gezien, werden gelokt met grote affiches en beloften van een hoog loon en vele voordelen. Maar het loon viel tegen, de huisvesting was vaak armzalig en vooral: het werk bleek levensgevaarlijk. Honderden jonge Italianen lieten het leven in de Belgische mijnen.

Getuigen vertellen over de reis naar België, de vernederende medische keuring, de barakken voor krijgsgevangenen waarin ze vlak na de oorlog werden gehuisvest, het gevaarlijke werk waar ze zonder enige voorbereiding in werden gegooid. Twee getuigen herinneren zich het ongeval dat hun vaders overkwam. Archiefbeelden van de ramp in Marcinelle roepen emotionele reacties op.

Op de vlucht voor armoede en onderdrukking

Maar ondanks de ongevallen en het protest ertegen gingen de Belgische mijnen hun arbeiders gewoon wat verder zoeken, in landen als Spanje, Griekenland, Marokko, Turkije… Vanaf de jaren ’60 hadden ook de industrie en de bouw massaal arbeidskrachten nodig. Honderdduizenden werden naar ons land gehaald of kwamen uit eigen beweging. Ze ontvluchtten het gebrek aan perspectief in landelijke gebieden, en de politieke onderdrukking onder dictaturen.

Het is weinig bekend, maar er kwamen ook talrijke vrouwen als “gastarbeidster” naar België kwamen. Zo brengt deze aflevering het spannende verhaal van Hermosinda Martinez, die op haar veertiende besliste om hier als dienstbode te komen werken en zo haar ouders en broertjes in Spanje financieel te steunen. Anderen volgden hun man en zochten hier een job. Getuige Naget Dahmany herinnert zich hoe haar moeder dagen van 14 tot 16 uur klopte in drie verschillende jobs, nadat haar man het zware werk in de metallurgie niet meer aankon.

Respect

De kinderen van deze migranten tonen een diep respect voor de moed en de volharding van hun ouders, die alles achter zich hebben gelaten om in een onbekende wereld een beter leven op te bouwen voor hun kinderen. Want niemand kan ontkennen dat deze pioniers volhouders waren. In de woorden van Hermosinda Martinez “Morgen is een nieuwe dag. Morgen zal het beter gaan. Dat zei ik voortdurend tegen mezelf: morgen gaat het beter.”

 

Een nieuw leven

De gezinnen van de migranten bouwen in België een nieuw leven uit. Maar dat verloopt een pak moeilijker dan ze hadden gehoopt.

De honderdduizenden gastarbeiders die in de decennia na de Tweede Wereldoorlog onze economie mee draaiende hielden, voelden natuurlijk snel de behoefte om hun gezin te laten overkomen. De Belgische overheid en bedrijven stimuleerden dat ook: ze gingen ervan uit dat huisvaders betere arbeiders zouden zijn en minder snel van job zouden veranderen.

En dus kwamen talrijke vrouwen en kinderen aan, soms dik tegen hun zin, vervuld van vrees maar ook van dromen. Maar hier was niets voorzien om hen te onthalen of te integreren. Dat leidde vaak tot grappige misverstanden in deze voor hun vreemde samenleving, maar ook tot momenten van diepe heimwee. “Zelfs de dag huilt hier”, zei de moeder van getuige Malika Bouhout vaak over dit regenachtige land.

Huisvesting

De gezinnen van mijnwerkers die in de Limburgse cités terechtkwamen, mochten van geluk spreken: ze werden gehuisvest in modelwijken waar alle huizen en tuintjes piekfijn onderhouden waren. Al kwam wel een strenge mijngarde controleren of de haag netjes geknipt was, op straf van boete.

Gezinnen die belandden in de verkrotte beluiken van de Gentse textielindustrie, of andere krotwoningen in de steden, hadden minder geluk. Geen verwarming, geen badkamer, wel schimmel, ongedierte en levensgevaarlijke toestanden. Yamilla Idrissi vertelt hoe hun huis na een kortsluiting in de vlammen opging en haar moeder de vlammen indook om haar zusje te redden.

Migrantengemeenschappen

Maar ondanks de moeilijke omstandigheden groeiden en bloeiden de migrantengemeenschappen. De Italianen en Grieken bouwden kerken, de Turken en Marokkanen moskeeën. Het is weinig dat het vaak katholieke priesters waren die de moslims hielpen om hun geloof te belijden. Zo vertelt Malika Bouhout over de in het Antwerpse legendarische pastoor Verachtert, die haar vader en zijn vrienden aan grond hielp om een moskee te bouwen… en nog biefstukken voor hen bakte ook. Maar de groei van de gemeenschap had ook nadelen, want de sociale controle op de kinderen van de migranten was vaak streng en conservatief. “Uw dochter een rijbewijs? Als die ruzie krijgt met haar man stapt ze wel in de auto en is ze ermee weg!” hoorde de vader van getuige Sema Yildiz op café.

Onderwijs

De aflevering wordt zonder meer schrijnend wanneer de getuigen vertellen hoe ze in het onderwijs behandeld werden. Het is één van de meest choquerende passages in de reeks: haast alle getuigen of hun kinderen werden met zachte dwang naar een richting georiënteerd die onder hun niveau lag, zelfs in deze eeuw nog.  “Meisjes gaan later toch het huishouden doen, dus kies maar een richting waar je leert koken en naaien”, hoorde Malika Bouhout van haar leerkrachten. En niet alleen een leerkracht, maar zelfs het Centrum voor leerlingenbegeleiding probeerde de ouders van Umit Kamali te overtuigen dat hij geen Latijn aankon. Hij zette door, en is vandaag auditor bij de Vlaamse overheid.

Blijven of terugkeren

De kinderen van de migranten ontdekken langzaam dat hun herkomstland steeds vreemder wordt en België steeds meer hun thuis.

Eén van de minst bekende feiten rond de arbeidsmigratie naar België, is dat het overgrote deel van de gastarbeiders helemaal niet van plan waren om in dit land te blijven. Het waren de Belgische overheid en bedrijven die er alles aan deden om hen hier te houden. Want de economie had steeds nieuwe arbeidskrachten nodig, en de overheid maakte zich zorgen over de veroudering van de bevolking.

Sparen voor de toekomst en het thuisfront

De migranten zelf zetten alles op alles om zo zuinig mogelijk te leven en zoveel mogelijk te sparen, om zo snel mogelijk in hun thuisland hun échte nieuwe leven te beginnen. Getuige Gülseher Koçak herinnert zich zelfs hoe haar moeder elke avond aan de foto van haar eigen ouders vertelde hoeveel ze gespaard hadden, en hoeveel jaren ze nog nodig dacht te hebben om een huis te bouwen in Turkije.

De eerste jaren was het contact met familie en vrienden in hun land van herkomst dan ook heel intens. De migranten moesten de familie ginder financieel ondersteunen, en dat leidde soms tot spanningen. Getuigen vertellen ook met talrijke foto’s en filmpjes over de lange vakantiereis, soms in een echte karavaan, naar het herkomstland, en hoe ze daar als curiositeit en soms zelfs als helden onthaald werden.

Geïmporteerde partners

Tot in de eerste jaren van deze eeuw zochten de meeste kinderen van vooral Turkse en Marokkaanse migranten ook hun partner in hun thuisland. Niet dat dat altijd een nadeel was: Gülseher Koçak maakte haar aanstaande zonder omwegen duidelijk dat ze van zijn gebrek aan kennis van het Nederlands zou profiteren “om een beetje de baas te spelen”

Toch maar blijven?

Maar de omstandigheden veranderden, het leven ging voort en langzaam werd de terugkeer minder evident. De kinderen zagen het niet zitten om “terug te keren” naar een land dat het hunne niet meer was. De economische crisis van de jaren 70 at de spaarcenten op. Veel migranten kwamen in zwartwerk terecht. Getuige Bachir M’Rabet vertelt over de schaamte van zijn vader die de kost voor zijn gezin niet meer kon verdienen.

Maar anderen maakten van de nood een deugd en zetten een onderneming op. Zo brengt deze aflevering het indrukwekkende verhaal van Abdallah Zahnoun. Zijn vader was analfabeet en kende geen enkele vreemde taal toen hij naar België kwam. De zoon begon in volle crisistijd een bakkerij en klopte dagen van 20 uur. Vaak wanhoopte hij, maar enkele jaren later was hij de eerste Marokkaan in Antwerpen die een keten van bakkerijen bezat.

De derde aflevering van Kinderen van de migratie is een aflevering vol conflicterende emoties. Over liefde voor het thuisland en de familie ver van hier, over mooie dromen en een harde werkelijkheid, over twijfelen, keuzes maken… en ermee leven.

De spanning stijgt

De kinderen van migratie ontdekken hoe racisme en discriminatie zich uitbreiden als een olievlek en soms zelfs tot agressie en geweld leiden.

Veel migranten en hun kinderen hebben warme herinneringen aan gastvrije Belgen die hun nieuwe, exotische buren niet alleen koesterden, maar ook hielpen. Maar na een tijdje verzuurde de sfeer. Naarmate de migrantengemeenschappen groeiden en de migranten meer in de kijker liepen, namen ook de uitingen van xenofobie toe. De crisis van de jaren 70 met hun massale werkloosheid, en later de verloedering van stadsdelen waar drugsdealers de macht overnemen, zetten mensen nog meer tegen mekaar op. Sinds het einde van de jaren 70 zijn er nauwelijks nog migranten of migrantenkinderen die niet met racisme en discriminatie te maken kregen.

'Verboden voor honden en Italianen'

Op sommige terreinen was het racisme vanaf het begin structureel. In de mijngebieden waren bordjes als 'Verboden voor honden en Italianen' alomtegenwoordig. En al snel kwamen meer nationaliteiten op die bordjes terecht. “Verboden voor ratten, honden, katten, Italianen, Spanjaarden, Grieken… een hele waslijst van nationaliteiten die niet binnen mochten”, herinnert getuige Christos Pistolas zich. Met de racismewet van 1981 verdwijnen de bordjes, maar niet de discriminatie. Portiers en zogenaamde lidkaarten moesten vanaf dan gekleurde klanten buiten houden. En de discriminatie beperkte zich niet tot de horeca. Getuigen vertellen ook hoe ze telkens opnieuw merkten dat woningen al verhuurd bleken wanneer zij eraan kwamen – en ze plots weer beschikbaar waren wanneer ze zelf met een “Belgische” naam later nog eens terugbelden.

Racistische politie en politici

Erger nog werd het eenmaal politici en politie zich openlijk racistisch begonnen te gedragen. Bachir M’Rabet vertelt met veel plastische details hoe hij herhaaldelijk door agenten vernederd werd, en over de extreemrechtse symbolen die hij in de commissariaten zag. De broer van getuige Memet Karaman werd neergeschoten door vier Vlaamse jongeren die “op Turkenjacht” waren. Eén van hen bleek de zoon van een politiecommissaris. Ook de verkiezingsoverwinningen van het Vlaams Blok doen de spanning stijgen. Getuigen vertellen over depressies en nachtmerries, over de angst dat het ergste waar zou worden en ze het land zouden worden uitgezet.

Xenofobie

Met de opkomst van de xenofobie, groeide ook het verzet ertegen. Niet alleen met betogingen en manifestaties, maar ook met initatieven tot verzoening. Tot 9/11 de xenofobie een nieuw gezicht gaf:  ineens was “de moslim” de vijand. Yilmaz Kursun, taxichauffeur en geboren en getogen Gentenaar, kreeg plots van een klant de vraag of hij geen bomgordel droeg.

Maar het meest aangrijpende verhaal in deze aflevering is ongetwijfeld dat van Kenza Isnasni. Na jaren gezocht te hebben naar een behoorlijke woning, kwam haar gezin terecht in een gebouw waar ook een fanatieke racist woonde. Ze werden bespuwd, beledigd, bedreigd. Klachten haalden niets uit. Op 7 mei 2002 dringt hij met een vuurwapen hun appartement binnen. Hij vermoordt beide ouders met tientallen kogels en sticht brand. Kenza’s jonge broertjes worden levensgevaarlijk gewond maar overleven het, net als Kenza zelf. Sindsdien wijdt ze haar leven aan de strijd voor  erkenning en respect voor migranten.

Hoe lang nog migrant?

Migranten en hun kinderen eisen een eigen plek in de samenleving. De etiketten die autochtonen op hen plakken, pikken ze niet meer.

Eén op de drie inwoners van ons land heeft een migratieachtergrond. Wat betekent dat voor hen, en voor onze samenleving? Veel getuigen ervaren hun ingewikkelde identiteit als een grote rijkdom, maar ook als een last. “Een Vlaming wordt geboren met een lege rugzak, en kan daar heel zijn leven nieuwe ervaringen instoppen,” zegt getuige Bilal Azzaoui. “Iemand met een migratieachtergrond wordt geboren met een loodzware, barstensvolle rugzak. Een naam die niemand juist kan schrijven, een taal die niet de jouwe maar ook niet het Nederlands is, een etnische achtergrond die je aan je Vlaamse vrienden niet uitgelegd krijgt. Dat maakt je moe.”

Steeds maar etiketten

De 'autochtone Belgen' en de media laten ook niet toe dat deze landgenoten hun migratieachtergrond vergeten. 'Gastarbeider', 'vreemdeling', 'allochtoon', 'nieuwe Belg', 'derde generatie': de etiketten zijn eindeloos. Het eeuwige gezeur over het Nederlands weegt al even zwaar. Autochtone Belgen vergeten maar al te graag dat migranten indertijd nauwelijks de kans kregen om Nederlands te leren. “Gij moet niet babbelen, gij moet werken. Niks Nederlands leren, werken en zwijgen.” Dat was wat de vader van schooldirecteur Christos Pistolas in de mijn te horen kreeg toen hij vroeg naar Nederlandse lessen.

Integratie

Maar dat alles wil niet zeggen dat migranten en hun kinderen passief bleven wachten tot ze 'geïntegreerd' werden in de samenleving. Een vaak vergeten deel van het grote migratieverhaal gaat over de initiatieven die ze zelf namen. Honderden verenigingen hebben ze opgericht: om de eigen cultuur te beleven, om integratie te bevorderen, om de rechten van migranten te verdedigen. Veel erkenning of centen kregen ze daar niet voor. Vaak clashten ze met goedbedoelde maar paternalistische 'integratie-initiatieven' opgezet en gerund door autochtone Belgen.  

"Ik bén in mijn land"

En intussen loopt de tijd verder. Na de zogezegde eerste, tweede, derde generatie woont er al een 'vierde generatie' in België, en zij zijn die nummers beu. Sinds 2020 stuwen zij een golf van Black Lives Matter-initiatieven doorheen het land. Het lijkt een golf die niet meer zal gaan liggen. Of, in de woorden van een geëmotioneerde Black Lives Matter-manifestante: "Ga naar uw eigen land!’ Ik bén in mijn eigen land!”

Het grote migratie-experiment

Zes migratie-experts vertellen hoe ons land het grote experiment van de arbeidsmigratie heeft aangepakt. Ze nemen daarbij geen blad voor de mond.

De massale arbeidsmigratie in de decennia na de Tweede Wereldoorlog is wellicht het grootste sociale experiment dat ons land ooit heeft ondernomen. Niemand van de honderdduizenden migranten en de miljoenen Belgen die er gewild of ongewild aan deelnamen, is er onveranderd uitgekomen. Hoe hebben wij dat experiment als samenleving aangepakt? Had het anders gekund?

Op die vraag zoeken zes experts een antwoord in de laatste aflevering van Kinderen van de migratie. Het zijn Orhan Agirdag (socioloog en hoofddocent Pedagogische Wetenschappen aan de  KULeuven), Frank Caestecker (historicus en hoofddocent Algemene Economie UGent), Naima Charkaoui (politicologe en oud-voorzitter Minderhedenforum), Tina De Gendt (historica In residence stad Gent en auteur van 'Turkije aan de Leie'), Anne Morelli (historica ULB) en Tom Naegels (journalist en auteur van 'Nieuw België. Een migratiegeschiedenis').

Deze zes nemen geen blad voor de mond. Want zeker de eerste jaren  gingen de overheid en de bedrijven volgens hen te werk met een ongezien cynisme. “Het heeft mij gechoqueerd hoe men die gastarbeiders louter beschouwde als lichamen die men aan de slag moest krijgen. En als ze niet presteerden, dan werden ze weggeworpen,” zegt Frank Caestecker. “Zelfs mensen die ziek werden door het zware werk in de mijnen, mensen die betaald hadden voor hun sociale zekerheid, werden gearresteerd door de rijkswacht, opgesloten in het Klein Kasteeltje en terug naar hun herkomstland gestuurd”.

De Belgen wilden ook alleen maar brave arbeiders die zich niet syndiceerden, niet protesteerden, en deden wat hun gezegd werd. Anne Morelli: “Algerijnen waren niet welkom want te veel Algerijnen hadden al in Frankrijk gewerkt en hadden daar de vakbonden leren kennen. Marokkanen, dat was beter, ook omdat die religieus waren. Want wie bij de moskee zat, die zat niet bij de vakbond”.

Zelfs een gebrek aan taalkennis was een voordeel, vonden de Belgische werkgevers: “Mensen die geen Nederlands of Frans konden waren populair in de textielsector, want die spraken niet tegen, en die konden niet op zoek gaan naar ander werk”, zegt Tina De Gendt.

De experts doorprikken ook talrijke mythes die doorheen de jaren gegroeid zijn over de migratie. Zo waren het de overheden en bedrijven zelf die al het mogelijke deden om de gezinnen van de gastarbeiders naar hier te krijgen. Daar waren veel redenen voor. Huisvaders zouden minder snel van job veranderen en minder voor problemen zorgen. Hun jonge kinderen konden vanaf hun veertiende zelf in de fabriek komen werken, en het geld dat ze verdienden zouden ze in België uitgeven in plaats van het naar hun familie te sturen. “En tenslotte was er de veroudering van de bevolking, vooral in Wallonië,” zegt Anne Morelli. “Dus zocht men jonge koppels die veel kinderen zouden maken.”

Hoe meer inspanningen de Belgen deden om migranten naar hier te krijgen, des te minder moeite deed men om ze te integreren. Tom Naegels: “Er werd vaak over gesproken, er werden diensten voor opgericht, maar die hadden veel te weinig personeel.”

Integratie werd ook meestal gezien als assimilatie.  “In het onderwijs wordt de thuistaal nog vaak verboden,” zegt Naima Charkaoui. “Zo vertel je kinderen dat hun eigen taal iets slechts is. Of neem het hoofddoekenverbod voor leerkrachten. Onder andere daardoor zijn er nauwelijks vrouwelijke leerkrachten met een migratieachtergrond. Dan krijg je het gekleurde meisje van vijf dat later graag juf wil worden maar denkt dat ze dan wel eerst wit moeten worden.”

De basis van het probleem, zegt socioloog Orhan Agirdag, is de Belgische kijk op etnische identiteit. “In de Verenigde Staten kan je zonder probleem een black American, een Asian American… zijn. Voor ons is zo’n gedeelde identiteit taboe. Maar die identiteiten zijn essentieel om tot emancipatie te komen. De strijd van de holebi’s, om vrouwenrechten, van de arbeidsbeweging, van de Vlaamse beweging, dat was geen identiteitsloze emancipatiestrijd. Die waren allemaal gebaseerd op een specifieke invulling van de eigen identiteit als holebi, als vrouw, als arbeider, als Vlaming.”

Deel dit artikel op sociale media

Blijf als eerste op de hoogte van alles over VRT

De nieuwsbrief is gratis én je kan je steeds uitschrijven. Lees ons privacy beleid.