Eeuwen geleden kropen auteurs in hun pen om in de leefwereld van kansarmen te duiken. Van de Victoriaanse Charles Dickens tot de hedendaagse Khaled Housseini of Elif Shafak: allen schreven ze verhalen die ons tonen hoe het is om op te groeien met weinig kansen of mogelijkheden. Naar aanleiding van de Warmste Week gingen wij op zoek naar klassiekers die onze ogen voor kansarmoede kunnen openen. Zodat we samen kunnen vlammen tegen kansarmoede.
1. “Grote verwachtingen” – Charles Dickens (1861)
Charles Dickens verrichtte pionierswerk met zijn realistische weergave van armoede en onrecht in het Victoriaanse Engeland. Zijn verhalen over onder meer “Oliver Twist” gingen de geschiedenisboeken in en Dickens werd het gezicht bij uitstek van het negentiende-eeuwse realisme.
In “Grote verwachtingen” schetst Dickens het levensverhaal van Pip, een weeskind dat in armoedige omstandigheden wordt opgevoed en daar probeert uit te breken. Op een bepaald moment krijgt hij een geheimzinnig fortuin in de schoot geworpen. Hij laat zijn oude vrienden vallen en probeert in Londen zijn ‘grote verwachtingen’ waar te maken. Wat volgt is een dramatisch coming-of-age verhaal vol avontuur en tegenslag.
2. “10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld” – Elif Shafak (2019)
De Turks-Britse auteur Elif Shafak brak internationaal door met haar roman “De bastaard van Istanbul”, waarin ze de Armeense genocide in Turkije aankaartte. De publicatie leverde haar in 2006 een vervolging op, waarvan ze uiteindelijk werd vrijgesproken. In haar werk behandelt ze thema’s als mensenrechten, politieke taboes, de botsing tussen Oost en West in Istanbul en de positie van de vrouw in de maatschappij.
“10 minuten 38 seconden in deze vreemde wereld” beschrijft de laatste minuten van het leven van Tequila Leila. Het meisje wordt vermoord en achtergelaten op een vuilnisbelt in Istanbul. Elke minuut brengt een nieuwe herinnering naar boven, terwijl ze reflecteert over hoe het zover is kunnen komen. Een persoonlijke inkijk in een leven getekend door misbruik, geweld en discriminatie, maar ook verlicht door vriendschap en verbondenheid.
3. “Honger” – Knut Hamsun (1890)
Knut Hamsun wordt beschouwd als een belangrijke voorloper van de moderne literatuur. Zijn werken tonen de harde realiteit van het leven in de stad en op het platteland in het Noorwegen van zijn tijd en de mentale processen die daarbij komen kijken. In 1920 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur voor de roman “Hoe het groeide”. Zelf maakte de Noorse auteur diverse periodes van werkloosheid en honger door, die hem inspireerden tijdens het schrijven van “Honger”.
“Honger” speelt zich af in de negentiende-eeuwse Noorse hoofdstad Kristiania. Een arme jonge schrijver is op zoek naar inspiratie, terwijl hij wanhopig de eindjes aan elkaar probeert te knopen. Zijn situatie wordt steeds erbarmelijker en hij worstelt met gevoelens van eenzaamheid en schaamte. Tot het uiterste gedreven, slapend onder de sterrenhemel met een lege maag, wordt het gedrag van de schrijver irrationeler en zorgwekkender.
4. “Shuggie Bain” – Douglas Stuart (2020)
Dit debuut van de Schots-Amerikaanse auteur Douglas Stuart werd bekroond met de 2020 Booker Prize. Hij baseerde het verhaal van Shuggie Bain op zijn eigen ervaringen. Stuart groeide op in de jaren tachtig in Glasgow, met een moeder die worstelde met een alcoholverslaving en een werkloosheidscrisis van de arbeidsklasse. Hij studeerde textiel, omdat literatuur hem werd afgeraden, en is werkzaam als modeontwerper.
Hugh “Shuggie” Bain brengt zijn jeugd door in een vervallen sociale huurwoning in Glasgow. Zijn moeder Agnes is zijn alles, maar zij zakt steeds dieper weg in een alcoholverslaving. Zelf probeert hij ondertussen zo normaal mogelijk te zijn, al blijkt duidelijk dat hij ‘anders’ is dan de andere jongens. Agnes steunt haar zoon, maar haar verslaving begint stilaan alles te overschaduwen. Een portret van een arbeidersfamilie die wordt verscheurd door verslaving, seksualiteit en liefde.
5. “Het ministerie van opperst geluk” – Arundhati Roy (2017)
De Indische Arundhati Roy raakte wereldwijd bekend met haar debuut “De god van kleine dingen” uit 1996. Het werk, dat bekroond werd met de Booker Prize, nam onder meer het kastesysteem in India op de korrel. Als politiek activiste engageert Roy zich voor mensenrechten en schrijft ze non-fictie over thema’s als racisme, democratie, macht en oorlog.
In “Het ministerie van opperst geluk” verweeft Roy de verhalen van diverse personages die allen beschadigd zijn door de wereld waarin ze leven, maar kracht vinden in de hoop en liefde die ze ervaren. Het boek schetst een rauw maar kleurrijk portret van het Indiase subcontinent doorheen de tijd, van de nauwe straatjes in Delhi tot de valleien van Kasjmir, van intersekse hijra’s tot rebellerende architecten en het hoofd van de geheime dienst. Over mensen met meer of minder kansen, die nooit de moed opgeven.
6. “De druiven der gramschap” – John Steinbeck (1939)
John Steinbeck choqueerde het Amerikaanse lezerspubliek met de publicatie van “De druiven der gramschap” in 1939. Het epos over de gedwongen migratie van een boerenfamilie tijdens de Grote Depressie confronteerde het land met hun eigen tekortkomingen. Zelf was Steinbeck in contact gekomen met migrantenarbeiders door tijdens de zomer mee te werken op de familieranch. In 1962 ontving hij de Nobelprijs voor de Literatuur.
“De druiven der gramschap” volgt het leven van de familie Joad, die tijdens de Dust Bowl van de jaren dertig – een periode van extreme droogte – gedwongen wordt naar het Westen te trekken op zoek naar werk. Het is voor hen als pachtboeren niet langer mogelijk om in het kurkdroge Oklahoma te overleven. Ze volgen de verhalen over overvloedig werk op de plantages in Californië en zien daar hun dromen in duigen vallen. Een kritische observatie van wat het betekent om mens te zijn.
7. “Veranderen: methode” – Édouard Louis (2021)
In “Veranderen: methode” vertelt de Franse auteur Édouard Louis zijn levensgeschiedenis. Al van jongs af aan probeerde hij te ontsnappen aan de armoedige omstandigheden van zijn jeugd. Hij ging als eerste van zijn familie naar de universiteit en veranderde zijn naam. Zijn werk is steeds sterk autobiografisch en behandelt thema’s als armoede, racisme, alcoholisme en homoseksualiteit.
“Veranderen: methode” vertelt het verhaal van Louis in de vorm van twee fictieve brieven, aan zijn vader en aan zijn beste vriendin. Louis heeft er alles voor over om uit zijn kansarme omgeving te ontsnappen. Hij laat zijn geboortedorp achter voor een nieuw leven op de middelbare school in Amiens, en laat daar vervolgens zijn beste vriendin in de steek om toegang te krijgen tot de elite van Parijs. Maar nu, op het moment dat hij wereldwijd succesvol is, wil hij eigenlijk alleen maar in een hoekje blijven liggen, weg van alles.
8. “De Kapellekensbaan” – Louis Paul Boon (1953)
De Vlaamse Louis Paul Boon wordt beschouwd als een van de belangrijkste auteurs uit de Nederlandstalige literatuur. Hij was erg politiek geëngageerd en uitte regelmatig kritiek op de kerk en de burgerij. Zijn werk wordt gekenmerkt door thema’s van onrecht, arbeidersstrijd en armoede. “De Kapellekensbaan” maakt deel uit van een tweeluik, gevolgd door “Zomer te Ter-Muren” in 1956.
In “De Kapellekensbaan” verweeft Boon verschillende verhaallijnen door elkaar. Het personage Boontje schrijft een roman over Ondineke, wiens verhaal je als een roman-in-de-roman ontdekt. Ondineke is een brutaal en ambitieus burgermeisje dat op allerlei manieren probeert te ontsnappen uit het grauwe fabrieksstadje Aalst, maar daar telkens in mislukt. Ze gaat verschillende relaties aan om zich te verheffen, maar die houden steeds slechte gevolgen in zich. Lukt het haar ooit om zich van haar omgeving te ontdoen?
9. “Noord en zuid” – Elizabeth Gaskell (1848)
De Engelse Elizabeth Gaskell publiceerde haar eerste verhalen in een tijdschrift van Charles Dickens. Niet zo gek, want net als hem schreef ze realistische romans over het leven en de sociale problemen in de Victoriaanse samenleving. De schrijfster groeide op in het landelijke Engeland en verhuisde nadien met haar man naar het industriële Manchester, dat de inspiratie zou vormen voor haar romans.
In “Noord en zuid” beschrijft Gaskell het contrast tussen het industriële noorden en het rijkere, agrarische zuiden van Engeland. Het hoofdpersonage Margaret verhuist naar een fictief dorpje in het noorden, gemodelleerd naar Manchester. Gechoqueerd door de toestanden van de arbeiders daar, sympathiseert ze met hun strijd. Dat brengt haar echter in conflict met de baas van de katoenfabriek, tevens een vriend van haar vader. Een diepgaande weergave van de complexe arbeidsverhoudingen in het negentiende-eeuwse Engeland.
10. “De vliegeraar” – Khaled Hosseini (2003)
Khaled Hosseini is een Amerikaans auteur met Afghaanse roots. In zijn verhalen schetst hij de geschiedenis en de problematieken van zijn land van herkomst. Daarnaast engageert hij zich sterk voor humanitair werk in Afghanistan. Met “De vliegeraar” brak hij in 2003 internationaal door. Menselijkheid, veerkracht en naastenliefde staan centraal in zijn werk.
“De vliegeraar” vertelt het verhaal van Amir en Hassan, twee jongens die samen opgroeien in Kabul, maar wiens vriendschap onevenwichtig is door hun afkomst. Hassan behoort immers tot de Hazara’s, een gediscrimineerde bevolkingsgroep in Afghanistan. Een schokkende gebeurtenis drijft hen uit elkaar en Amir verhuist naar de Verenigde Staten, maar geknaagd door schuldgevoel besluit hij na jaren terug af te reizen naar zijn land van herkomst. Een ontroerend relaas over afkomst, schuld, trouw en vriendschap.