De Warmste Week is al jaren een plek waar Vlaanderen samenkomt. Dat samenkomen vraagt organisatie, energie en betrokkenheid, maar ook aandacht voor wie niet vanzelfsprekend zijn weg vindt in een druk festivalpark, een luid podium of een overvolle menigte. Toegankelijkheid is daarom al lange tijd een expliciet aandachtspunt binnen De Warmste Week. Wat dit jaar opvalt, is hoe die aandacht nog sterker verweven zit in elke laag van het evenement.
Aster Lauwers, Teamverantwoordelijke VGT op VRT & Toegankelijke Events ziet die beweging al jaren groeien. “Toegankelijkheid was er altijd al,” zegt ze. “Maar hoe vroeger we mee aan tafel zitten, hoe meer er mogelijk wordt. Dan gaat het niet meer over oplossingen zoeken op het einde, maar over samen nadenken: hoe maken we dit van bij het begin werkbaar voor zo veel mogelijk mensen? We doen dit samen met het projectteam van De Warmste Week. Ook zij hebben ons vanaf het begin maximaal betrokken. Zo verloopt alles heel vlot.”
Toegankelijkheid als proces, niet als eindpunt
Wat in Genk zichtbaar wordt, is het resultaat van een lange weg van bijsturen en evalueren. De Warmste Week bouwt verder op eerdere edities, audits en gesprekken met mensen uit de doelgroep. Die feedbackmomenten zijn geen formaliteit, maar een essentieel onderdeel van hoe toegankelijkheid vorm krijgt.
Binnen VRT Toegankelijkheid wordt structureel samengewerkt met collectieven en netwerken van mensen met een handicap. Samen wordt teruggeblikt: wat werkte, wat voelde moeilijk, waar liepen mensen vast? Die inzichten worden vervolgens meegenomen naar de volgende editie. “Zeker bij live-evenementen merk je dat kleine drempels een grote impact kunnen hebben,” zegt Aster. “En dat je die alleen ziet als iemand ze benoemt.”

Een terrein dat inspeelt op verschillende noden
Het terrein in Genk is ingericht met oog voor uiteenlopende behoeften. Het rolstoelpodium blijft een vaste waarde, maar daarnaast wordt er dit jaar ook geëxperimenteerd met een bijkomende kijkzone voor mensen met een European Disability Card die geen rolstoel gebruiken. Die keuze komt voort uit concrete vragen van bezoekers. “Mensen gaven aan: ik wil er graag bij zijn, maar ik kan of wil niet in die drukte staan,” vertelt Aster. “Niet iedereen heeft een zichtbare handicap, maar dat betekent niet dat er geen noden zijn.” Door die extra zone te voorzien, ontstaat er meer spreiding op het terrein en wordt de druk op het rolstoelpodium verminderd. Tegelijk blijft het een afweging: de plek is beperkt en het blijft zoeken naar het juiste evenwicht tussen ruimte, zichtbaarheid en inclusie.
Ruimte voor wie even moet ontprikkelen
Ook een zogenaamde stilteruimte krijgt dit jaar een duidelijke rol. Waar bezoekers in eerdere edities soms verwezen werden naar een plek buiten het domein, is de rustruimte nu bewust verbonden met het terrein zelf. Het is een plek met gedempte sfeer, waar mensen zich kunnen afzonderen of even tot rust kunnen komen. Voor sommigen is die ruimte cruciaal. “Wie snel overweldigd raakt door prikkels, weet: als het te veel wordt, is er een uitweg,” zegt Aster.

Toegankelijkheid heeft gezichten op het terrein
Naast infrastructuur wordt er dit jaar sterk ingezet op aanwezigheid en aanspreekbaarheid. Vrijwilligers die specifiek rond toegankelijkheid werken, lopen zichtbaar rond op het terrein. Ze zijn er niet alleen om door te verwijzen, maar om actief te ondersteunen. “Het verschil zit vaak niet in grote ingrepen,” zegt Aster. “Maar in iemand die tijd maakt, die mee oploopt, die zegt: kom, ik help je wel even.” Die ondersteuning gaat verder dan het terrein alleen. Voor bezoekers die bijvoorbeeld blind of slechtziend zijn en geen begeleider hebben, kan er actief hulp geboden worden tijdens hun bezoek. Het uitgangspunt is helder: niemand hoeft het alleen te doen, we zijn er voor je.
Technologie als hefboom voor inclusie
Voor doven en slechthorenden wordt Mobile Connect opnieuw ingezet, een technologie die al eerder werd getest en verder verfijnd. (Intussen wordt deze technologie ook al gebruikt op verschillende andere VRT-producties.) Via een eenvoudige verbinding met je smartphone kan het geluid van het podium rechtstreeks gestreamd worden naar gehoorapparaten of eigen hoofdtelefoon. “Het grote voordeel is dat mensen zich vrij kunnen bewegen,” zegt Aster. “Je hoeft niet op één vaste plek te staan.” De impact daarvan wordt vooral duidelijk in de verhalen die terugkomen na afloop. Zoals dat jonge meisje dat via de smartphone van haar moeder plots alles haarscherp hoorde. “Ze zei: ik sta precies vanvoor,” herinnert Aster zich. “En dat terwijl ze backstage stonden. Dat zijn momenten die blijven hangen en waar je het voor doet.” Wat opvalt, is dat die technologie geen stempel plakt. Ze werkt op de achtergrond, zonder dat iemand apart gezet wordt. “Dat is voor mij inclusie op zijn best,” zegt Aster.
Video
Prikkelarm, klein en bewust gekozen
Niet alles rond De Warmste Week speelt zich af op het grote plein. Dit jaar wordt er ook een prikkelarm concert georganiseerd in de Stadsschouwburg van Genk, in de vooravond van Metejoors optreden. Het concert is bewust kleinschalig en gericht op mensen met epilepsie, in samenwerking met de Epilepsie Liga. De link is persoonlijk: Metejoors zus heeft epilepsie. Dat maakt het initiatief des te betekenisvoller. “Het is intiem, niet groots,” zegt Aster. “Maar net daardoor heel waardevol.”
Tijdens één van de avonden krijgt Vlaamse Gebarentaal extra aandacht. Dit jaar wordt gewerkt met dove performers op het podium, die ondersteund worden door horende tolken. Zo ontstaat een vertaling die dichter bij de leefwereld van dove bezoekers staat.
Samen sterker
Om toegankelijkheid waar te maken, werkt VRT tijdens De Warmste Week nauw samen met externe experten en met de stad Genk. Die samenwerking vertaalt zich in concrete keuzes rond mobiliteit, pendelbussen en begeleiding vanaf het station. Ook op het terrein zelf krijgen stewards gerichte briefings en duidelijke handvatten. Bezoekers worden daarnaast expliciet uitgenodigd om hun ervaringen te delen via QR-codes op het terrein. “Die feedback is onmisbaar,” zegt Aster. “Daar leren we van.” De Warmste Week is al jaren een plek waar nieuwe vormen van toegankelijkheid worden verkend. Wat hier ontstaat, sijpelt nadien door naar andere VRT-producties. “Die ervaringen neem je mee,” zegt Aster. “Iemand denkt later: dat heb ik daar gezien, dat kunnen we hier ook toepassen.”
Wanneer is het geslaagd?
Voor Aster is het antwoord eenvoudig. “Als we na afloop alweer weten wat we volgend jaar nog beter kunnen doen.” Toegankelijkheid is geen eindpunt, maar een voortdurende beweging. “Al is het maar voor die ene persoon die dankzij een kleine ingreep kon blijven,” zegt ze. “Dan was het de moeite waard.”
Lees zeker ook
Deel dit artikel op sociale media












.jpg%3Fitok%3DaEfosfSb&w=3840&q=90)
.jpg%3Fitok%3Dkyzk9K6w&w=3840&q=90)


