Het prille begin
Televisie maken, hoe doe je dat? Begin jaren 50 was dit in België een compleet nieuw gegeven en pioniers als Jan Boon, Nic Bal, Bert Janssens en Rik Van den Abbeele trokken naar de BBC om te kijken en te leren. Met de opgedane kennis begonnen ze aan hun missie om ook televisie in 625 lijnen in België, en meer bepaald Vlaanderen, te introduceren. Alles gebeurde in één studio waar zowel de omroepster, nieuwslezer, sportcommentator, het weerpraatje en het tv-spel een plekje kregen. In de kleine Studio 6 in Flagey was het allemaal te doen, met drie camera’s met een vierlenzentrommel.
Televisieavonden zagen er nog niet uit zoals we ze nu kennen. Maar het nieuws brengen, gefilmde tv-spelen en documentaires behoorden meteen al tot het aanbod waar televisiekijkend Vlaanderen thuis voor bleef. Televisie als ‘educator, informator en inspirator’ van de cultuurbeleving in Vlaanderen. Het aantal televisietoestellen in Vlaanderen steeg van 300 in 1959 naar zowat 600 000 in 1960. Het genre fictie was een uitdaging om te brengen. Van verfilmde dramaspelen groeide dit genre uit naar toonaangevende en vooruitstrevende reeksen in zijn soort binnen Europa. Peter Van Camp stelde de expo TV70 mee samen en is auteur van ‘Kinderen van Zeppos’ en ‘Merlina en de Parafix’. Als gepassioneerd film- en tv-kenner interviewde hij al vele oud-medewerkers uit de beginjaren van de omroep.
Peter Van Camp: “Jammer genoeg gingen de meeste programma’s van de jaren 50 rechtstreeks en bestonden er nog geen recorders om programma’s op te nemen. Maar in het VRT-archief zitten nog wel wat fragmenten van toen op film. Zo is er een kort stukje uit de allereerste Vlaamse tv-serie ‘De Familie Bluts’ uit 1954, dus nog vóór het legendarische ‘Schipper Naast Mathilde’. Eén van de acteurs was de toen achttienjarige Wim Bergers. We waren in volle voorbereiding van TV70 toen ik hem thuis kon opzoeken. Wim was 88 en zelf heel verbaasd dat er een fragment met zijn jonge zelf bewaard was. Hij wist nog geweldig veel te vertellen over de uitzendingen van toen. Helaas is hij ondertussen overleden.”
Even geduld
In die beginjaren van de televisie zond de omroep ofwel live uit of een programma werd eerst op filmpellicule opgenomen, gemonteerd en dan uitgezonden. Het kon wel eens gebeuren dat er een filmlas brak of een filmmontage niet op tijd klaar was. Door een pancarte in beeld te brengen, kreeg de kijker de melding dat ze even geduld moesten hebben. En ook die pancartes moesten ontworpen en gemaakt worden. Eén van de topontwerpsters uit die periode is Lydia De Ganck. Naast pancartes ontwierp ze ook decors.
Lydia De Ganck vertelt: “Ik mocht decors ontwerpen voor onder andere informatieve tv-programma’s, tv-spelletjes, toneel, fictiereeksen. De studio was opgedeeld in sets waar verschillende decors en rekwisieten opgesteld stonden, maar soms moesten we op één avond een decor opbouwen en na de uitzending onmiddellijk terug ontmantelen om plaats te kunnen maken voor het decor van het volgende programma. Hier was een geoliede samenwerking voor nodig. We moesten goed in ons achterhoofd houden welk resultaat we moesten bekomen en snel doorwerken terwijl intussen ook studioregisseurs, geluidsmensen en cameralui hun ding deden. Alles ging toen live de ether in en de talrijke pancartes die ik ontworpen heb, brachten ze in beeld wanneer er een korte pauze was tussen verschillende programma’s. Dat kon zijn om het einde van een programma aan te geven of om over te schakelen naar een buitenlandse tv-zender. Gezien de technici eigenlijk radiomakers waren en nog niet zoveel tv-ervaring hadden, gebeurde het al eens dat er iets misliep, dus daar dienden de bordjes “storingen”, “klankzender onklaar” of “filmlas gebroken” dan weer voor. De uitzendingen waren in zwart-wit en in 625 lijnen. Ook daar waren er pancartes voor nodig omdat er bijvoorbeeld naar de INR (later RTB) of een Franse zender op 819 lijnen overgeschakeld moest worden. Ik werkte ook graag grafische dingen uit, met vloeiende of net met strakke lijnen.”
Haar inspiratie haalde ze uit de natuur en het dagelijks leven. Door het gebruik van figuurtjes, vogels, de zon, wolken, een zeemeermin, een schaakbord, zorgde ze ervoor dat de kijker zich in de ontwerpen kon herkennen. In 1960 kreeg ze de opdracht om de Olympische fakkel op een originele manier in beeld te brengen voor de Olympische Zomerspelen in Rome.
Fictie op het kleine scherm
Jaren 50
Vanaf dag één is eigen fictie heel belangrijk op de Vlaamse televisie. Al is het gewoon rechtstreeks toneel vanuit de kleine Studio 6 in Flagey. Van het tv-spel Drie Dozijn Rode Rozen met Paula Semer blijven alleen de repetitiebeelden op film en wat foto’s over. Om de twee weken zou er live toneel op het televisiescherm te zien zijn. Helaas neemt niemand iets hiervan op en is er niets bewaard. De eerste Vlaamse serie is De Familie Bludts. Opnieuw live vanuit de studio. Pas echt populair wordt de opvolger Schipper naast Mathilde die acht jaar lang zou lopen. Ook bij de feuilletons voor de jeugd zetten ze grote stappen. Vanaf 1956 is er plaats voor grotere producties en shows in de nieuwe Studio Sonart in Sint-Pieters-Woluwe.
Jaren 60
Pas in 1960 is er naast het live toneel ook een eerste reeks die vooraf op locatie in Bokrijk is opgenomen: het jeugdfeuilleton Tijl Uilenspiegel. Een grote revolutie. Tot dan toe moeten ze de dialogen na opname nog dubben want ze draaien alleen het beeld zonder klank. Pas in 1965 nemen de technici ook de klank rechtstreeks op locatie op. Met Kapitein Zeppos scoort de BRT een eerste internationale hit. Zelfs de BBC neemt de Vlaamse avonturenreeks over. Volwassenen moeten het doen met literatuurverfilmingen die miljoenen Vlamingen aan het scherm kluisteren. De eerste true crime is er met Beschuldigde, sta op.
Jaren 70
Voor het eerst draait de omroep een Vlaams feuilleton ver buiten de grenzen: de buitenopnames van Keromar zijn opgenomen in het toenmalige Joegoslavië. Nog altijd in zwart-wit. De BRT is een van de laatste omroepen in Europa om over te schakelen naar kleur. Dat gebeurt pas in 1972 met Het Zwaard van Ardoewaan. Voor fictie werkt de omroep ook met Nederland samen: in Een Mens van Goede Wil spelen Vlaamse en Nederlanderse acteurs naast elkaar. Ook de crew is vaak gemengd. Met De Wonderwinkel lanceert de BRT een eerste lange tekenfilmserie. Vernieuwing en traditie wisselen mekaar af. Van het hedendaagse De Collega’s tot de heimatreeks De Paradijsvogels.
Jaren 80
In de jaren 80 doen de eerste special effects hun intrede. Carolientje en Kapitein Snorrebaard bewegen zich via bluekey voor het eerst in getekende decors. En video verdringt langzaam pellicule bij de opnamen. Video is goedkoper maar in de beginjaren nog omslachtig in gebruik. Langzaam komt er een eerste generatie professionele scenaristen die vooral voor televisie werken. Met Merlina begint een nieuw soort jeugdfeuilleton. De BRT lanceert Made In Vlaanderen als een kwaliteitslabel voor reeksen en televisiefilms. De reeks was een kweekschool voor talent. Voor het eerst is er concurrentie met VTM dat in 1989 kijkers aanzuigt met de comedy Bompa.
Jaren 90
In 1990 start FC De Kampioenen, de langstlopende serie van de BRT. Maar de omroep produceert minder fictie in eigen huis. Met het dure Windkracht 10 levert voor het eerst een extern productiehuis een populaire serie voor de BRT. De reeks zal eerst op een betaalzender te zien zijn. Flikken krijgt als eerste Vlaamse reeks een afgeleide in het buitenland. Ook het nieuwe Ketnet brengt eigen jeugdfictie voor kinderen én tieners. VTM zorgt voor een primeur met de eerste dagelijkse soap in Vlaanderen. De zender investeert ook in prestigereeksen. De nieuwe commerciële zender VT4 start heel bescheiden met fictie.
Jaren 00
Het internet breekt door. Zenders beginnen met de eerste experimenten om ook online hun eigen fictie uit te bouwen of te verstevigen. Er komen ook nieuwe formats zoals de telenovelle, een afgerond verhaal in tientallen afleveringen. Sara wordt een echte hype op VTM. De VRT probeert met Kaat & co ook scripted reality uit, met acteurs die realistische situaties naspelen. De grootste hit wordt Van Vlees en Bloed. VTM lanceert met Faits Divers tv-films die eerst in de bioscoop te zien zijn. Ook VT4 maakt na een trage start met Vermist volop werk van eigen fictie. Op Ketnet is er het muzikale Spring dat ook scoort in de hitlijsten en concertzalen.
Jaren 10
Gouden tijden breken aan voor Vlaamse fictie. Series zoals Cordon, Professor T en De Twaalf krijgen remakes in het buitenland. Ook Vlaamse regisseurs blijken bijzonder hot bij internationale producties. Naast de omroepen investeren mediabedrijven als Telenet en Pickx in Vlaamse fictie. Met Streamz komt er een eerste Vlaamse streamingdienst. Heel wat fictie gaat alleen online met speciale webreeksen, soms op maat gemaakt van een smartphone en social media. Ook dure camera’s blijken niet meer nodig: De 16 op Canvas filmen ze bijna volledig met iPhones.
Televisie vandaag
Het televisietoestel kreeg in de jaren 50 een plekje in de huiskamer en kijkers zaten samen aan het scherm gekluisterd. Door de jaren heen groeide het programma-aanbod alsmaar aan, evolueerden we van zwartwit- naar kleurentelevisie, van antennes op de daken naar kabeltelevisie tot streamen vandaag. Om televisie te kijken, moeten we niet thuisblijven: we kijken online waar en wanneer we maar willen. Een televisietoestel op zich komt er minder en minder bij kijken. Het streamingplatform van VRT groeide van VRT NU door naar VRT MAX. Je vindt er een groot aanbod in zowel actua, fictie en docu’s, zowel recent als archiefmateriaal. Een apart radiotoestel heb je ook niet meer nodig: de radiozenders en podcasts van VRT vind je ook op VRT MAX terug. Programma’s kan je maanden- tot jarenlang herbekijken en -beluisteren. Het maakt de beleving van radio en televisie helemaal anders dan vroeger. In zeventig jaar tijd is er een grote technologische weg afgelegd.
Bekijk hier het aanbod van radio, podcasts en televisieprogramma’s op VRT MAX.
De organisatie van de pop up Expo TV70 was in handen van Jeroen Depraetere ism VRT, DPG Media België, Play Media, het Omroepmuseum, Flagey, meemoo, Vlaams instituut voor het archief en Le Monde Dumas .